Download Print deze pagina

Advertenties

172
Rijden en bediening
De opslagen snelheid wordt aange‐
houden.
9 Waarschuwing
Na het deactiveren van de adap‐
tieve cruise control moet de
bestuurder de controle over het
remmen en gas geven overne‐
men.
Uitschakelen
Druk op C om de adaptieve cruise
control te deactiveren. De controle‐
lamp m dooft. De opslagen snelheid
wordt gewist.
Door het uitschakelen van het
contact, wordt ook de adaptieve
cruise control uitgeschakeld en wordt
de opgeslagen snelheid gewist.
Aandacht van de bestuurder
● Let op met de adaptieve cruise
control in bochten of op heuvel‐
achtige wegen, het systeem kan
contact met de voorligger verlie‐
zen en heeft de tijd nodig om
deze opnieuw te detecteren.
● Gebruik het systeem niet op
gladde wegen omdat het snelle
veranderingen in de tractie (door‐
slaan) van de banden kan
veroorzaken, waardoor u de
macht over het stuur zou kunnen
verliezen.
● Gebruik de adaptieve cruise
control niet bij regen, sneeuw of
modder, omdat de radarsensor
door waterfilm, stof, ijs of sneeuw
bedekt kan worden. Het zicht
wordt dan geheel of gedeeltelijk
onderdrukt. Bij een vervuilde
sensor, de sensorafdekking reini‐
gen.

Systeembeperkingen

● Het automatische remsysteem
kan niet krachtig remmen en de
remkracht kan onvoldoende zijn
om een een aanrijding te voorko‐
men.
● Na aan plotselinge rijstrookwis‐
sel, heeft het systeem enige tijd
nodig om de volgende voorligger
te detecteren. Als er dus een
nieuwe voorligger wordt gecon‐
stateerd, kan het systeem de
snelheid verhogen in plaats van
te remmen.
● De adaptieve cruise control
negeert tegemoetkomend
verkeer.
● De adaptieve cruise control remt
niet voor stilstaande voertuigen,
voetgangers of dieren.
Bochten

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Astra 2017