Voordat de aftakas wordt ingeschakeld:
Ervoor zorgen dat alle veiligheidsinrichtingen zijn aangebracht en in de beschermende
stand zijn gezet.
Controleren of er niemand in de gevarenzone van de aftakas en de tussenas aanwezig is.
Indien de aandrijvingen niet nodig zijn, de aandrijvingen uitschakelen.
Gevarenzone tussen trekker en machine
Bij verblijf tussen trekker en machine kunnen personen door wegrollen van de trekker,
onachtzaamheid of door machinebewegingen ernstig gewond raken of overlijden:
Voor alle werkzaamheden tussen trekker en machine: De machine stoppen en beveiligen,
zie
pagina 24. Dit geldt ook voor kortdurende controlewerkzaamheden.
Wanneer de krachthefboom moet worden bediend, moeten alle personen op afstand van de
krachthefboom blijven.
Gevarenzone wegslingerende voorwerpen
Oogstgoed en vreemde voorwerpen kunnen met grote kracht worden weggeslingerd en
personen verwonden of doden.
Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
Wanneer zich personen in de gevarenzone van de machine bevinden, aandrijvingen en
dieselmotor onmiddellijk uitschakelen.
Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving
Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door draaiende machinedelen. Er mogen
zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden.
Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
Wanneer een gevaarlijke situatie ontstaat, aandrijvingen onmiddellijk uitschakelen en
personen uit de gevarenzone wegsturen.
Gevarenzone door nalopende machinedelen
Wanneer machinedelen nalopen, kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.
Na het uitschakelen van de aandrijvingen lopen de volgende machinedelen na:
•
Tussenassen
•
Maaischijven
•
Kneuzer
•
Transportinrichtingen
De machine stoppen en beveiligen,
De machine pas naderen wanneer alle machinedelen volledig tot stilstand zijn gekomen.
EasyCut R 320 CV
Originele handleiding 150000811_01_nl
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
zie
pagina 24.
Veiligheid
2
2.3
17