6.0
TRANSPORT VAN DE OVERSEEDER
De gebruiker is verantwoordelijk voor het transport van de Overseeder achter de tractor over
de openbare wegen. Ga de nationale wetgeving na betreffende de regelgeving. Over open
velden, de machine geheven, mag maximaal met een snelheid van 20 km/uur (12.4 mph)
worden gereden, vanwege het gewicht van de Overseeder. Een hogere snelheid kan
gevaarlijk zijn voor de bestuurder/ omstanders en kan zelfs de machine beschadigen.
*
Wanneer de machine van de grond geheven is moet minimaal 20% van het
gewicht van de trekker op de vooras steunen.
7.0
DE RIJSNELHEID
De rijsnelheid is gelimiteerd tot 12 km/h (7.5mph).
Sneller is niet aanbevolen i.v.m. overmatige slijtage en beschadigingen die kunnen ontstaan
aan de machine door bijvoorbeeld stenen in de grond.
8.0
ALGEMENE OPMERKINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE
OVERSEEDER.
Hieronder volgen enkele algemene opmerkingen/ tips voor het gebruik van de Overseeder.
@ Een veld kan 2 of 3 keer gedaan worden in verschillende richtingen om een
hogere zaaidichtheid te verkrijgen en ruitvormig in the zaaien.
@ Maak geen korte bochten, rij bij voorkeur rechtlijnig; de machine en /of
ondergrond kunnen beschadigd worden.
@ Indien een hard voorwerp in de bodem geraakt wordt kan er een braam/
beschadiging ontstaan aan de snij-elementen. Probeer deze weg te vijlen of
vervang het snij-element.
@ Wanneer de snij-elementen nat worden kan het zaad blijven plakken en ophopen
tussen de snij-elementen.
@ Zorg ervoor dat de snij-elementen niet nat worden of stel de bewerking uit.
@ Rij NOOIT achteruit met het loopwiel op de ondergrond.
9.0
HET GEBRUIK VAN DE OVERSEEDER
Voordat de Overseeder op een plaats gebruikt kan gaan worden, dient met het volgende na
te gaan:
1.
Zijn er losse objecten aanwezig op het veld? Verwijder deze eerst.
2.
Zijn er hellingen? De maximale helling waarop gewerkt mag worden met deze
machine is 20 graden.
Werk altijd van boven naar beneden.
3.
Zitten er harde objecten in de grond? Zo ja, gebruik de Overseeder op een lage
snelheid en pas de werkdiepte aan.
4.
Is er gevaar voor rondvliegende objecten als golfballen, die de aandacht van de
bestuurder afleiden? Zo ja, de Overseeder kan NIET gebruikt worden.
5.
Is er gevaar voor wegzakken, wegglijden? Zo ja, stel de bewerking uit.
6.
Wanneer de bodem bevroren of zeer nat is, stel de werkzaamheden uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
11