Fotografeertips
Scherpstellen op het object
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt
• Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw foto opnieuw af.
• Zet [AF MODE] op [iESP].
g "AF MODE Wijzigen van het scherpstelvlak" (Blz. 28)
Het onderwerp beweegt snel
• Stel de camera scherp op een punt met ongeveer dezelfde afstand tot het object dat u wilt
fotograferen en houd de scherpstelling vast (door de ontspanknop half in te drukken). Stel uw foto dan
opnieuw samen en druk de ontspanknop helemaal in als het object in beeld komt.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
• Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus.
Object met weinig
contrast
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
In bovenstaande situaties stelt u scherp (scherpstelgeheugen) op een contrastrijk object op dezelfde
afstand als het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het
te fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het
scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens
draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal en maakt
u de opname.
Voorkom bewegingsonscherpte door beeldstabilisatie te gebruiken
Zorg ervoor dat u de camera stevig met beide handen vasthoudt en druk de ontspanknop langzaam in
om te voorkomen dat de camera beweegt. U kunt de bewegingsonscherpte ook reduceren door de
functie beeldstabilisatie te gebruiken bij het fotograferen.
g "IMAGE STABILIZER (stilstaand beeld) / DIS MOVIE MODE (videobeelden) Fotograferen met
beeldstabilisatie" (Blz. 28)
Foto's worden sneller onscherp als:
• foto's worden gemaakt met een sterk vergrotende zoominstelling, d.w.z. met functies van zowel
optische zoom als digitale zoom,
• het onderwerp is donker en de sluitertijd is lang, of
• motiefprogramma's worden gebruikt waarbij de flitser uitstaat en/of de sluitertijd lang is.
Gestabiliseerde foto's maken zonder flitser
De flitser wordt automatisch geactiveerd als er onvoldoende licht is of als de camera wordt bewogen.
Om zonder flitser te fotograferen op donkere plekken, zet u de flitserfunctie op [$] en voert u de
volgende instelling uit:
Kies een hogere [ISO]-instelling
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (Blz. 26)
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak in
het midden van het
beeld
Snel bewegende
onderwerpen
Onderwerp zonder
verticale lijnen
Het object bevindt zich
niet in het midden van
het beeld
51
NL