Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Brandstofkeuzeschakelaar
Door LPG in te drukken kunt u wisse‐
len tussen het gebruik van benzine en
lpg. Het led-lampje in de knop toont
de huidige bedrijfsmodus.
Instrumenten en bedieningsorganen
Led uit
: rijden op benzine
Led knippert : voorwaarden voor
overschakelen op
rijden op lpg controle‐
ren. Licht op als aan
de voorwaarden
voldaan is.
Led aan
: rijden op vloeibaar
gas
Led knippert
: Lpg-tank is leeg of
vijf keer en
storing in lpg-
dooft
systeem. Er
verschijnt een bericht
op het Driver Informa‐
tion Center.
Zodra de lpg-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van het contact
automatisch op benzine overgescha‐
keld.
Brandstof voor het rijden op vloeibaar
gas 3 175.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
50
: motor nog niet op
bedrijfstemperatuur
middelste
: normale bedrijfstem‐
gedeelte
peratuur
130
: koelvloeistoftempera‐
tuur te hoog
89