38
Sleutels, portieren en ruiten
Dak
Zonnedak
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het bedienen
van het zonnedak. Er bestaat
verwondingsgevaar, met name
voor kinderen.
Houd de bewegende onderdelen
tijdens het bedienen goed in de
gaten. Ervoor zorgen dat niets of
niemand bekneld raakt.
Schakel het contact in om het zonne‐
dak te bedienen.
Openen of sluiten
Druk schakelaar 1 of schakelaar 2
een stukje in: zonnedak wordt
geopend of gesloten zolang u de
schakelaar bedient.
Druk schakelaar 1 of schakelaar 2
zover mogelijk in en laat los: zonne‐
dak wordt automatisch geopend of
gesloten met geactiveerde beveili‐
gingsfunctie. Om de beweging te
stoppen, drukt u nogmaals op de
schakelaar.
Omhoog of sluiten
Druk op schakelaar 3 of schakelaar
4: zonnedak gaat omhoog of sluit
automatisch met geactiveerde bevei‐
ligingsfunctie.
Staat het zonnedak omhoog, dan
kunt u het in één keer openen door
schakelaar 1 in te drukken.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt met de hand
bediend.
Schuif het zonnescherm open of
dicht.
Wanneer het zonnedak openstaat, is
het zonnescherm altijd open.
Op de afdichting van het zonnedak of
in de rail kan zich vuil of gruis opho‐
pen waardoor er storingen in het
zonnedaksysteem, lawaai of verstop‐
ping van het waterafvoersysteem
zou(den) kunnen ontstaan. Open het
zonnedak regelmatig en verwijder
voorwerpen of eventueel gruis. Wrijf
de afdichting van het zonnedak en het
dak met een schone doek, water en
milde zeep schoon. Ontvet het
zonnedak niet.
Algemene tips
Beveiligingsfunctie
Stuit het zonnedak tijdens het auto‐
matisch sluiten op een obstakel, dan
stopt het meteen en gaat het weer
open.
Beveiligingsfunctie negeren
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. schakelaar 2 ingedrukt
houden. Het zonnedak sluit zonder
inschakelen van de beveiligingsfunc‐
tie. Om de beweging te stoppen, laat
u de schakelaar los.