Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op c om te ontgrendelen.
Druk op e om te vergrendelen.
Werking van afstandsbediening 3 24.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 28.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 108 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingstoetsen
Vergrendel of ontgrendel alle portie‐
ren, de achterklep/kofferklep en de
tankvulklep vanuit het interieur met
een schakelaar in het paneel van het
bestuurdersportier.
Druk op e om te vergrendelen.
Druk op c om te ontgrendelen.
Sleutels, portieren en ruiten
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de afstands‐
bediening/elektronische sleutel leeg
is, kunt u het bestuurdersportier met
de mechanische sleutel vergrendelen
en ontgrendelen.
Handmatig ontgrendelen
U ontgrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien.
27