26
Sleutels, portieren en ruiten
Ontgrendelen
Druk op de knop op de desbetref‐
fende buitengreep en trek aan de
handgreep.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen in het Info-
Display worden ingesteld. U kunt
twee instellingen selecteren:
● Alle portieren, de achterklep/
kofferklep en de tankvulklep
worden met één druk op de knop
op een van de buitengrepen
ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
achterklep/kofferklep en de tank‐
vulklep worden met één druk op
de knop op het bestuurderspor‐
tier ontgrendeld. Om alle portie‐
ren te ontgrendelen, drukt u
tweemaal op de toets.
U kunt de instelling wijzigen in het
menu Instellingen op het Info-Display.
Persoonlijke instellingen 3 108.
Vergrendelen
Druk op de knop op een van de
buitengrepen.
Alle portieren, de achterklep/koffer‐
klep en de tankvulklep worden
vergrendeld.
Het systeem vergrendelt als een van
de volgende dingen gebeurt:
● Het ontgrendelen vond meer dan
vijf seconden geleden plaats.
● De knop op een buitengreep is
tweemaal ingedrukt binnen
vijf seconden om de auto te
ontgrendelen.
● Er is een portier geopend en alle
portieren zijn nu gesloten.
Als het bestuurdersportier niet goed
dichtstaat, de elektronische sleutel in
de auto blijft of het contact nog steeds
ingeschakeld is, is vergrendeling niet
toegestaan en klinkt er drie keer een
waarschuwingssignaal.
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
het contact één keer aan was, worden
de portieren vergrendeld, zelfs als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Achterklep ontgrendelen en openen
De achterklep en de portieren zijn te
ontgrendelen met de knop onder de
achterkleplijst, wanneer de elektroni‐
sche sleutel binnen het bereik is.