Foliecassette verwijderen.
❯
9000-608-160/14 2107V004
11.3
Beeldgegevens uitlezen via
het aanraakscherm van het
apparaat
Opslagfoliescanner starten
Voor het uitlezen van de beeldgegevens via het
aanraakscherm is geen computerverbinding
nodig. De beeldgegevens worden lokaal op de
geheugenkaart opgeslagen. Voor de overdracht
van de beeldgegevens naar de imaging-software
moet het apparaat weer met een computer wor-
den verbonden.
Er zijn twee mogelijkheden voor het uitlezen via
het aanraakscherm:
Scannen:
Voor het inlezen van het beeld worden
houder- en diergegevens en opname-
instellingen voor het beeld geregi-
streerd en met beeldgegevens opge-
slagen.
Wanneer er geen houder- en diergege-
vens en opname-instellingen worden
opgegeven, wordt het beeld in een
map opgeslagen, met vermelding van
de datum en de tijd.
Snelscannen:
De beeldgegevens worden zonder
extra informatie in een map opgesla-
gen, met vermelding van de datum en
de tijd.
Met Hulp op het touchscreen kan extra
informatie over het bedienen van het
apparaat op het touchscreen worden
opgeroepen.
Voorwaarde:
ü geheugenkaart (SDHC, max. 32 GB) in de
gleuf van het apparaat geplaatst.
Op
drukken, om het apparaat in te schake-
❯
len.
Scannen starten:
Op het aanraakscherm op Scannen drukken.
❯
Diergegevens invoeren.
❯
Gebruik
NL
37