INLEIDING
1
Gebruikshandleiding
1.1
Productdocumentatie
De gebruikshandleiding maakt integraal deel uit van het
toestel en moet aan de gebruiker worden overhandigd nadat
de installatie van het toestel is voltooid om te voldoen aan de
geldende reglementen.
• Lees de handleiding aandachtig door zodat u alle
informatie begrijpt om de veiligheid tijdens installatie,
gebruik en onderhoud te garanderen. In geen geval
wordt aansprakelijkheid aanvaard voor beschadiging die
voortvloeit uit het niet naleven van de richtlijnen in deze
gebruikshandleiding.
1.2
Bijbehorende documenten
- 1 gebruiksaanwijzing
- 2 magnetische etiketten
- 1 waarborgkaart
1.3
Uitleg van symbolen
GEVAAR:
a
risico op letsels.
GEVAAR:
e
risico op elektrocutie.
OPGELET:
b
risico op beschadiging van het toestel of zijn omgeving.
BELANGRIJK:
i
belangrijke informatie.
2
Beschrijving van het toestel
2.1
Veiligheidsvoorzieningen
2.1.1
Oververhittingsbeveiliging
Het toestel is ontworpen om mogelijke gevallen van
oververhitting op te sporen en het toestel uit te schakelen
vooraleer oververhitting zich voordoet.
2.1.2
Veiligheidsklep
Een veiligheidsklep voor de verwarming is op dit toestel
aangebracht.
0020109430_06 - 06/13 - Bulex
- De veiligheidsklep voor de verwarming gaat open zodra de
druk in de verwarmingskring groter is dan 3 bar.
2.1.3
Bescherming van het toestel tegen bevriezing
Het systeem dat de ketel tegen bevriezing beschermt, zal de
pomp van het toestel inschakelen zodra de temperatuur in de
cv-kring onder 12°C daalt. De pomp stopt zodra de temperatuur
van het water in de cv-kring 15°C warm is geworden. Als de
temperatuur in de verwarmingskring onder 7°C daalt, gaat de
brander branden en blijft werken zolang deze temperatuur lager
is dan 35°C.
De bescherming tegen bevriezing is actief wanneer het toestel
ingeschakeld is.
De bescherming van de installatie tegen bevriezing kan niet door
de ketel alleen worden gegarandeerd. Een kamerthermostaat is
nodig om de temperatuur van de installatie te regelen.
OPGEPAST:
b
Uw sanitaire warmwaterkring (koud of warm) wordt niet
beschermd door de ketel (*).
(*) Deze opmerking geldt enkel voor de toestellen:
- THEMA CONDENS
- THEMA CONDENS AS aangesloten op een warmtewisselaar.
2.1.4
Afvoer van de condensaten
Tijdens vorstperiodes kan zich ijs vormen in de afvoerleiding
van de condensaten als deze buiten de woning gelegen is. In dat
geval een veiligheidsvoorziening plaatsen die het toestel stopt.
2.2
Kenplaat
De kenplaat geeft het land aan waar het toestel mag worden
geïnstalleerd.
Plaats van de kenplaat :
Legenda
1
Kenplaat
Op de kenplaat staan de volgende gegevens :
- De naam van de fabrikant
- Het land van bestemming
- De handelsbenaming van het toestel en zijn serienummer
- De toegelaten installatietypes met luchtpijp
- De productcode
INLEIDING
1
NL
- 3 -