2
2.5
2.4
2.3
2.2
5
4
Legenda
1
ketel
2
Zakje met toebehoren
2.1
Slang voor de afvoer van de condensaten
2.2
Zakje met dichtingen
- Platte dichting ½"
- Platte dichting ¾"
- Dichting voor de koudwatertoevoer ¾"
2.3
Zakje met nippels
- Buisstuk cv ¾"
- Buisstuk sanitair ¾"
- Buisstuk gastoevoer ¾"
2.4
Afvoerslang voor de veiligheidsklep
2.5
Bevestigingsprofi el
3
Zakje met documenten
3.1
Magnetische etiketten
3.2
Kaart voor de registratie van de garantiebon
3.3
DNV-lijst (servicecentra)
3.4
Gebruiksaanwijzing
3.5
Installatiehandleiding
4
Boorsjabloon (*)
5
Aansluitplaat (*)
(*)
Apart besteld
0020109430_06 - 06/13 - Bulex
1
2.1
3
3.5
3.3
3.2
3.1
3.4
6.2
Aanbevelingen voor installatie
6.2.1
Ontwerp van de sanitaire kring
BELANGRIJK:
i
Dit hoofdstuk betreft alleen de volgende toestellen:
- THEMA CONDENS
- THEMA CONDENS AS aangesloten op een
warmtewisselaar.
De sanitaire verdeelkring moet zo verwezenlijkt worden dat de
drukverliezen minimaal zijn: beperk het aantal bochten, gebruik
kraanwerk met grote doorlaatsectie om een voldoende debiet te
garanderen.
De ketel kan werken met een minimale voedingsdruk, maar dan
zal het debiet wel klein zijn. Een beter gebruikscomfort zal
verkregen worden vanaf een voedingsdruk van 1 bar.
6.2.2
Ontwerp van de verwarmingskring
De THEMA CONDENS -verwarmingsketels kunnen in alle soorten
installaties worden ingebouwd: tweepijps, enkelpijps, in serie of
afgetakt, vloerverwarming...
Als verwarmingsoppervlakken kunnen radiatoren, convectoren,
luchtverhitters of vloerverwarming worden gebruikt.
Bij vloerverwarming moet de installatie uitgerust zijn met een
thermostaat in de uitgaande leiding die ingesteld is op 50°C.
Deze niet-meegeleverde voorziening moet door zijn traagheid
het «pendelen» (opeenvolging van warm en koud water bij het
tappen).
OPGELET
(x1)
b
Opgelet ! Nieuwe installaties dienen altijd goed
gespoeld te worden met proper leidingwater. Oude
(x1)
(x1)
installaties moeten eerst gereinigd en gespoeld worden.
(x1)
Indien de hardheid van het water hoger is dan 20 °F,
(x2)
dient een waterbehandeling te worden voorzien met
(x5)
producten van categorie 3, BELGAQUA gekeurd en dit in
(x4)
de juiste door de fabrikant aanbevolen verhoudingen.
(x1)
Het is aangeraden de installatie te vullen met verzacht
(x2)
water (minimum 6 °F).
(x2)
De secties van de leidingen moeten bepaald worden met behulp
(x1)
van de debiet/druk-kromme op (Zie hoofdstuk "Regeling van
(x1)
het debiet van de verwarmingskring"). De berekening van het
(x1)
verdeelnet moet gebaseerd zijn op het debiet dat overeenkomt
(x1)
met het werkelijk benodigde vermogen, zonder rekening te
(x2)
houden met het maximumvermogen dat de ketel kan leveren.
(x1)
We bevelen echter aan een voldoende debiet te voorzien om
(x1)
maximaal een temperatuurverschil van 20°C te krijgen tussen
(x2)
de uitgaande leiding en de retourleiding. Het minimale debiet
(x2)
is opgegeven in het hoofdstuk "Technische parameters" aan het
einde van de handleiding.
(x1)
Bij de bepaling van het tracé van de leidingen moeten alle
nodige voorzieningen worden genomen om luchtzakken te
(x1)
vermijden en om het permanent ontgassen van de installatie te
vergemakkelijken. Op elk hoog punt van de leidingen of op alle
radiatoren moeten er aftapkranen voorzien zijn.
Het totaal toegestane watervolume in de verwarmingskring hangt
onder andere af van de statische belasting in koude toestand.
Het in de ketel ingebouwde expansievat wordt geleverd in de
INSTALLATIE
NL
- 11 -