7
Bedrijf
Het apparaat mag alleen worden bediend door een geïnstrueerde
persoon! Deze persoon moet vertrouwd zijn met de
gebruiksaanwijzing en over de bestaande gevaren zijn onderricht.
7.1
Veiligheid tijdens het bedrijf
• De veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 moeten eveneens in acht
• Het transport van personen is verboden!
-
• Maak u vóór begin van de werkzaamheden met de werkomgeving
• De hellende lift moet buiten de gevarenzone worden bediend.
-
• Bij het laden en lossen het apparaat met de AAN / UIT-schakelaar
• Niet onder de lading blijven staan of werken.
• Platform altijd in het midden beladen.
-
-
• Het apparaat altijd afdoende beveiligen tegen gebruik door
• Beladen lastopnamemiddelen na einde van het werk nooit opgetild
-
• Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (bijv. veiligheidshelm,
• In de volgende gevallen mag niet met de hellende lift worden
-
-
-
-
BL164 NL Uitgave 07/2017
worden genomen.
Lastplatform niet betreden!
vertrouwd, let bijv. op hindernissen in het werk- en verkeersbereik
en op noodzakelijke beveiliging van de bouwplaats t.o.v. de
openbare weg.
De last vanuit de bedieningsplaats altijd observeren!
aan het basisapparaat uitschakelen, opdat de lift niet onverwacht
kan aanlopen.
De lading in principe beveiligen
Lading moet veilig op het platform worden geplaatst. Materiaal dat
kan omvallen of wegglijden of groter is dan het platform, moet
worden beveiligd (denk ook aan plotseling opstekende wind).
Elementen die veel ruimte in beslag nemen, mogen niet over het
platform uitsteken.
onbevoegden! - Bij einde van het werk/pauzes enz. de accu eruit
nemen en de handzender niet laten rondslingeren.
laten staan.
Apparaat eerst ontladen resp. naar beneden bewegen.
veiligheidshandschoenen).
gewerkt:
bij windsnelheden van meer dan 45 km/h
(= windkracht 5-6; sterke wind).
temperaturen onder -15 °C resp. boven +40 °C.
schade of andere storingen.
als de periodieke controle niet werd uitgevoerd (zie hoofdstuk 9.1).
55 / 120
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Bedrijf