Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CITROEN C1 2005 Instructieboekje pagina 44

Inhoudsopgave

Advertenties

III
40
Kinderstoelen die bevestigd
worden met de autogordel
De volgende tabel, die conform
de Europese wetgeving is opge-
steld (Richtlijn 2000/3), toont per
zitplaats van de auto op welke
manier er een kinderzitje kan wor-
den geplaatst dat vastgezet kan
worden met de autogordel en dat
universeel gehomologeerd is voor
een bepaalde gewichtsklasse.
Raadpleeg voor de veiligste
installatiemogelijkheden
kinderen het deel "Gebruiks-
voorzorgen", hoofdstuk "Veilig
vervoeren van kinderen" ach-
terin het boekje.
V E I L I G V E R V O E R E N
V A N K I N D E R E N
Plaats(en)
Zitplaats
voorpassagier (a)
Achterin
voor
(a):
Als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel voorin plaatst, moet u de passagiersairbag
uitschakelen.
Raadpleeg, voordat u het kind op de passagiersstoel rechtsvoor
installeert, wat de geldende wetgeving in het desbetreffende
land is m.b.t. het vervoeren van kinderen op deze zitplaats.
U:
Zitplaats geschikt voor de montage van zowel een universeel
kinderzitje met de rug in de rijrichting als een universeel
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting.
L1 à L5: Alleen de aangegeven categorieën kinderzitjes mogen voor
deze zitplaatsen worden gebruikt.
Houd u stipt aan de montagevoorschriften
Gewicht van het kind
< 10 kg en < 13 kg
(groep 0 en 0+)
L1, L2
U
van de fabrikant van het kinderzitje.
9 - 18 kg
15 25 kg
22 -36 kg
(groep 1)
(groep 2)
(groep 3)
L5
L3, L4, L5 L3, L4, L5
U
U
U
III

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave