Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Subwoofer-Niveau Aanpassen; Het Subwoofersysteem Instellen; Het Subwooferkanaal Instellen - Alpine ADVANCED NAVI STATION INA-W910R Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ADVANCED NAVI STATION INA-W910R:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bass/Treble (lage tonen/hoge tonen) wijzigen
U kunt de frequentie van de hoge of lage tonen aanpassen
om uw eigen toonvoorkeur te creëren.
Raak [
] van Bass/Treble (hoge tonen/lage tonen) aan om het
scherm aan te passen.
• Aanpassingen kunnen niet worden doorgevoerd wanneer Defeat op
ON staat.
Instellen van het niveau voor lage tonen
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
Raak [ ] of [ ] van Bass Level aan om het gewenste niveau
van lage tonen te selecteren.
Instellingsbereik: –6 tot +6
• Als G-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van het niveau overeenkomstig veranderen met de waarde
die ingesteld is in Band 1.
• Als P-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van het niveau overeenkomstig veranderen met de waarde
die ingesteld is in Band 1.
Instellen van het niveau voor hoge tonen
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
Raak [ ] of [ ] aan van Treble Level (niveau hoge tonen) om
een gewenst niveau voor hoge tonen in te stellen.
Instellingsbereik: –6 tot +6
• Als G-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van het niveau overeenkomstig veranderen met de waarde
die ingesteld is in Band 7.
• Als P-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van het niveau overeenkomstig veranderen met de waarde
die ingesteld is in Band 5.
De middenfrequentie van de lage tonen instellen
De weergegeven frequentie van de lage tonen wordt
benadrukt.
Raak [ ] of [ ] aan van Bass Freq. om een gewenste
middenfrequentie van lage tonen in te stellen.
Instellingsbereik: 63 Hz
• Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd als P-EG geselecteerd
is in "De EQ-modus instellen" op pagina 35.
• Als P-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van de bandbreedte overeenkomstig veranderen met de
waarde die ingesteld is in Band 1.
De bandbreedte van de lage tonen instellen
Wijzigt de bandbreedte naar hoog of laag. Een hogere
instelling stimuleert een breed spectrum van frequenties
boven en onder de centerfrequentie. Een lagere instelling
stimuleert enkel frequenties dichtbij de centerfrequentie.
Raak [ ] of [ ] aan van Bass Bandwidth om een gewenste
bandbreedte voor lage tonen in te stellen.
Instellingsbereik: Wide (smal) 1 tot Wide 4 (breed)
• Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd als P-EG geselecteerd
is in "De EQ-modus instellen" op pagina 35.
• Als P-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van de bandbreedte overeenkomstig veranderen met de
waarde die ingesteld is in Band 1.
De middenfrequentie van de hoge tonen instellen
De weergegeven frequentie van de hoge tonen wordt
benadrukt.
Raak [ ] of [ ] aan van Treble Freq. om een gewenste
middenfrequentie van hoge tonen in te stellen.
Instellingsbereik: 10 kHz
34
-NL
80 Hz
100 Hz
200 Hz
12,5 kHz
16 kHz
17,5 kHz
• Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd als P-EG geselecteerd
is in "De EQ-modus instellen" op pagina 35.
• Als P-EQ ingesteld is in "De EQ-modus instellen" (pagina 35), kan
de waarde van de frequentie overeenkomstig veranderen met de
waarde die ingesteld is in Band 5.
Subwoofer aan en uit
Raak [ ] of [ ] aan onder Subwoofer om Subwoofer in te stellen
op ON of OFF.
OFF:
Subwoofer-uitvoer is uit.
ON:
Subwoofer-uitvoer is aan.

Het subwoofer-niveau aanpassen

Als ON is ingesteld in "Subwoofer aan en uit ", wordt het item
weergegeven.
Wanneer een externe audioprocessor is aangesloten, wordt de
lijst niet weergegeven.
1 Raak [
] van Subwoofer aan.
Het scherm schakelt over naar het Subwoofer-instellingsscherm.
2 Raak [ ] of [ ] van Level aan om de subwoofer-uitvoer te wijzigen.
Instellingsbereik: 0 tot 15
De fase van de subwoofer instellen
Als ON is ingesteld in "Subwoofer aan en uit" wanneer de auto
geparkeerd is, wordt het item weergegeven.
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op subwoofer
normaal (0°) of subwoofer reverse (180°).
1 Raak [
] van Subwoofer aan.
Het scherm schakelt over naar het Subwoofer-instellingsscherm.
2 Raak [ ] of [ ] van Phase (fase) aan om 0° of 180° te selecteren.
• Stel "De MultEQ-modus wijzigen" (pagina 50) in op OFF terwijl de auto
geparkeerd is wanneer de IMPRINT-audioprocessor is aangesloten.

Het subwoofersysteem instellen

Als ON is ingesteld in "Subwoofer aan en uit" wanneer de auto
geparkeerd is, wordt het item weergegeven.
1 Raak [
] van Subwoofer aan.
Het scherm schakelt over naar het Subwoofer-instellingsscherm.
2 Raak [ ] of [ ] van System aan om System 1 of System 2 te
selecteren.
System 1: het niveau van de subwoofer wijzigt
overeenkomstig met de algemene volume-
instellingen.
System 2: het niveau van de subwoofer wijzigt niet
overeenkomstig met de hoofdinstelling van het
volume. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is
de subwoofer nog steeds hoorbaar.

Het subwooferkanaal instellen

Als ON is ingesteld in "Subwoofer aan en uit" wanneer de auto
geparkeerd is, wordt het item weergegeven.
1 Raak [
] van Subwoofer aan.
Het scherm schakelt over naar het Subwoofer-instellingsscherm.
2 Raak [ ] of [ ] van Channel (kanaal) aan om Stereo of Mono
(monauraal) te selecteren.
Stereo: subwooferstereo-uitvoer (L/R)
Mono: subwoofermono-uitvoer
• Stel "De MultEQ-modus wijzigen" (pagina 50) in op OFF terwijl de auto
geparkeerd is wanneer de IMPRINT-audioprocessor is aangesloten.
Het subwoofer-niveau wijzigen
Wanneer een externe audioprocessor is aangesloten, wordt de
lijst weergegeven.
Raak [ ] of [ ] van Subw. Level aan om de subwoofer-uitvoer te
regelen.
Instellingsbereik: 0 tot 15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave