Het toestel in- of uitschakelen
Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend terwijl
het voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat uw voertuig stilstaat op een
veilige plaats en gebruik de handrem voordat u deze handelingen
uitvoert.
1
Druk op SOURCE/
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op een willekeurige knop
te drukken.
2
Houd SOURCE/
gedurende minstens 3 seconden
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Een schijf plaatsen/uitwerpen
1
Druk op
op het toestel.
Het scherm schakelt over naar het scherm Eject/Tilt.
2
Plaats een disc:
Raak [Open] aan op het scherm Eject/Tilt.
De beweegbare monitor zal geopend worden; plaats
vervolgens een disc in de discsleuf. Als u een disc plaatst
zal de monitor automatisch gesloten worden.
Discsleuf
Werp de disc uit:
Raak [Eject] aan van Disc op het scherm Eject/Tilt.
De beweegbare monitor wordt geopend. Vervolgens wordt
de disc uitgeworpen.
Nadat u disc verwijderd hebt, raakt u [Close] aan om de
beweegbare monitor te sluiten.
• Als u [Exit] aanraakt, gaat u terug naar het eerdere
hoofdbronscherm.
• Stel de beweegbare monitor niet bloot aan schokken als deze geopend
is; dat kan immers tot storingen van het toestel leiden.
• Het beeld op de monitor kan duister zijn onmiddellijk na het
inschakelen van het toestel en als de temperatuur laag is. Na enige
tijd zal de normale helderheid terugkeren.
• De monitor zal stoppen op de ingestelde hellingshoek als deze wordt
gesloten.
OPGELET
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van de
monitor als deze geopend of gesloten wordt om schade of
verwondingen te voorkomen. De achterkant van de beweegbare
monitor zal erg warm worden onder normale
gebruiksomstandigheden. Dit duidt niet op een storing. Raak
deze niet aan.
18
-NL
om het toestel in te schakelen.
De SD-geheugenkaart plaatsen/
verwijderen
Videogegevens die opgeslagen zijn op een SD-geheugenkaart kunnen
worden afgespeeld door de speler die in dit toestel ingebouwd is. Om de
SD-geheugenkaart te plaatsen en te verwijderen, volgt u de
onderstaande instructies.
• U kunt de software en kaart van het navigatiesysteem updaten met
behulp van een optionele SD-geheugenkaart.
1
Nadat u de beweegbare monitor hebt geopend,
opent u het deksel van de SD-geheugenkaartsleuf.
De SD-geheugenkaart plaatsen
2
Breng uw SD-geheugenkaart in totdat deze klikt.
De SD-geheugenkaart verwijderen
2
Druk op de ingebrachte SD-geheugenkaart.
Trek de SD-geheugenkaart uit de sleuf.
3
Sluit het deksel van de SD-geheugenkaartsleuf.
4
Sluit de beweegbare monitor.
De hoek aanpassen om de monitor te
bekijken
Pas de monitorhoek aan voor betere zichtbaarheid.
1
Druk op
op het toestel.
Het scherm schakelt over naar het scherm Eject/Tilt.
2
Raak [ ] of [ ] aan van Kantelen om de gewenste
monitorhoek aan te passen.
De monitorhoek kan naar 5 standen worden aangepast.
3
Raak [Exit] aan om naar het vorige scherm terug te
keren.
• Als de monitor een obstakel raakt terwijl de hoek wordt aangepast,
zal deze onmiddellijk stoppen.
• De schermkleur zal verschillen in bepaalde hoeken. Wijzig de
schermhoek voor de beste kijkhoek.
• Als het voltage van de autobatterij laag is, kan het scherm knipperen
wanneer de schermhoek wordt gewijzigd. Dit is normaal en duidt niet
op een storing.