Startmotor laat de motor niet aanslaan
MOGELIJKE OORZAKEN
•
Noodstopschakelaar niet in de stand RUN (LOPEN) .
•
Doorgeslagen zekering van 5 A. Controleer de zekering van het DTS-voedingsbedradingscircuit. Zie
Onderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
De koppelingsaandrijving is defect. Het foutbericht "Gear Shift Diff " verschijnt op System View. Zie
Onderhoud .
•
Zwakke accu of accuverbindingen zijn los of aangetast.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Defect startrelais- of slave-solenoïde.
Motor start niet
MOGELIJKE OORZAKEN
•
Noodstopschakelaar niet in de stand RUN (draaien).
•
Accu niet volledig geladen.
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Brandstof bereikt de motor niet.
•
Brandstoftank is leeg.
•
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
•
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
•
Pompbal niet ingeknepen.
•
Keerklep van pompbal is defect.
•
Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Brandstofpomp defect.
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
20A-zekering doorgeslagen. Controleer zekering; zie hoofdstuk Onderhoud .
•
Schroefdraadverbinding van luchtslang is los.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstuk Onderhoud .
Motor start maar schakelt niet
•
De koppelingsaandrijving is defect. Het foutbericht "Gear Shift Diff " verschijnt op System View. Zie
Onderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig
MOGELIJKE OORZAAK
•
Bougies zijn vuil of defect. Raadpleeg Onderhoud hoofdstuk.
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven.
a. Het brandstoffilter van de motor zit verstopt. Raadpleeg Onderhoud hoofdstuk.
b. Brandstoftankfilter zit verstopt.
c. Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.
OPSPOREN VAN STORINGEN
88