Bougietype
2.0
Champion RC9YCC
Eyquem RFC52LS
De bougies moeten bij
de
kilometerstanden
worden vervangen die in
het onderhoudsschema zijn aan-
gegeven.
Gebruik uitsluitend bougies van
het voorgeschreven type. Bougies
met een afwijkende warmte-
graad kunnen motorstoringen
veroorzaken.
126
WIELEN
EN BANDEN
BANDENSPANNING
De spanning van de banden, inclusief
het reservewiel, moet regelmatig, om
de twee weken en voor een lange rit,
worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe (een natuurlijk verschijn-
sel). Houd er daarom rekening mee,
dat bij een controle of oppompen van
warme banden de spanning 0,3 bar
hoger moet zijn dan bij koude banden.
Zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning "Wielen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
Bedenk dat ook de weg-
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspan-
ning.
Een onjuiste bandenspanning ver-
oorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden fig. 22:
A - Juiste spanning: gelijkmatige slij-
tage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: te grote slijtage
van de zijkanten van het loopvlak.
C - Te hoge spanning: te grote slijtage
in het midden van het loopvlak.
fig. 22