EEN LEGE ACCU
Wij raden u aan in het hoofdstuk
"Onderhoud van de auto" de voor-
zorgsmaatregelen door te lezen om
een lege accu te voorkomen en om
een lange levensduur van de accu te
garanderen.
ACCU OPLADEN
Wij raden u aan de accu langzaam en
met een laag ampèrage gedurende
ca. 24 uur op te laden. Als u de accu
langer oplaadt, kan hij worden be-
schadigd.
Ga als volgt te werk:
1) Maak de accuklemmen los van de
accupolen.
2) Sluit de klemmen van de acculader
aan op de accupolen.
3) Schakel de acculader in.
4) Aan het einde van het opladen:
schakel eerst de acculader uit en kop-
pel dan de accu los.
5) Sluit de accuklemmen weer aan
op de accupolen. Let daarbij op de po-
lariteit.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief.Vermijd
het contact met de huid
of de ogen. Het opladen van de
accu moet worden uitgevoerd in
een goed geventileerde ruimte,
ver verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten:brand-
en ontploffingsgevaar.
Probeer nooit een be-
vroren accu op te laden:
eerst moet de accu ont-
dooid worden, anders loopt u het
risico dat de accu ontploft.Als de
accu bevroren is geweest, moet
worden gecontroleerd of de cel-
len niet beschadigd zijn (risico op
kortsluiting) en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de
giftige en corrosieve vloeistof kan
weglekken.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Zie "Starten met een hulpaccu" in dit
hoofdstuk.
Het gebruik van een ac-
culader voor een nood-
start moet beslist worden
afgeraden: de elektronische sys-
temen kunnen beschadigen; in
het bijzonder de regeleenheden
van de ontsteking en de inspui-
ting.
Laat deze procedure
door gespecialiseerd per-
soneel uitvoeren. On-
juiste handelingen kunnen leiden
tot vonken en ernstige beschadi-
ging van de accu.
101