Onderhoud
Problemen oplossen
Storing
222
HD bij WP functie
223
HD bij start HK
224
HD bij start TWW
225
Lagedruk storing
Oorzaak
Werking op contact E10 op LOGON B WP61
Hogedrukstoring bij functie van de warmtepomp
Hogedruk-pressostaat in koude-circuit is gestart.
Warmte kan niet worden afgegeven.
A
In verwarmingsbedrijf
Niet goed functionerende doorstroming
A1
A2
Afsluiter gesloten, terugslagkleppen
sluiten (niet)
Verwarmings- of tapwatercirculatiepomp
A3
loopt niet.
Veerbelaste by-pass ontbreekt of
A4
verkeerd ingesteld
A5
Stooklijn te hoog ingesteld
Wanneer zich een storing voordoet resp. een fout
plaatst de module de betreffende eenheid in
veiligheidspositie.
Werking op contact E 10 op LOGON B WP61
Hogedrukstoring bij start van de warmtepomp.
A
Te koud water in systeem (onder 10 ºC)
Werkt via contact E10 op LOGON B WP61,
hoge drukstoring bij TWW-functie start
(tapwaterfunctie start)
A
Tapwater-laadpunt functioneert niet
B
Driewegklep opent te langzaam of
helemaal niet
C
Waterhoeveelheid te klein
D
Lucht in de installatie
E
Afsluiter gesloten
F
Warmtewisselaarsoppervlak in boiler
te klein
G
Sensor verkeerd / te diep in boiler
gepositioneerd.
Lagedruk compressor
Werkt via contact E9 bij LOGON B WP61.
Energie van de bron te gering!
LD-pressostaat in koudecircuit is geactiveerd.
A
Onvoldoende doorstroming van het
broncircuit in de verdamper.
B
Lek in koudecircuit
C
Pressostaat defect
D
Filterdroger verstopt
E
Expansieventiel defect of verstopt
F
Verkeerde hoeveelheid koelvloeistof
Opheffen, maatregelen
A1 Controle doorstroming warm water (∆T=5-10K)
A2 Afsluiter openen. Terugslagkleppen en 3-weg-
kleppen controleren
A3 Pomp op functie controleren, weer in functie
plaatsen eventueel pomp verwisselen.
A4 Veerbelaste by-pass monteren. Instelprocedure
herhalen.
A5 Verwarmingscurve lager zetten
B
Indien A kan worden uitgesloten, zou de
hoeveelheid koudemiddel te hoog zijn.
In dit geval moet de koudetechnicus worden
ingeschakeld.
A Onder 10ºC in afgiftesysteem eerst met elektrisch
element de temperatuur verhogen
A
Pomp deblokkeren of vervangen
B
Driewegklep controleren, eventueel vervangen
(Parameter 2802)
C
Temperatuurverschil tussen aanvoer- en retour
controleren (∆T=5-8K)
D
Installatie ontluchten
E
Afsluiter openen, terugslagkleppen controleren
F
Benodigde warmtewisselaaroppervlak (in m2)
= warmtevermogen WP bij 20ºC lucht en 50 ºC
water x 0,3 bijv. 10 kW x 0,3=3,0 m2. Vermogen
van de WP, de technische gegevens bij de
betreffende brontemp. registreren.
G
Sensor goed monteren. Positie BW-sensor
controleren.
A
A1 Broncirculatiepomp geblokkeerd,
circulatiepomp weer activeren
A11 Tot stilstand gekomen brijn in verdamper
ontdooien (isolatie verwijderen, met föhn
ontdooien of 1 dag laten staan)
A2 Bij inhomogeen glycolmengsel kan het
brijn in de verdamper voor een deel tot
stilstand komen
A21 Glycol en water beter vermengen
B
Wanneer alle overige punten zijn gecontroleerd
en wanneer de compressor direct, binnen enkele
seconden na de start naar lagedrukstoring gaat,
dan is er een lek in het koudecircuit. Oliesporen in
het apparaat zijn nog een aanduiding voor een lek
in het koudecircuit (olie niet verwarren met brijn)
B1 Bij een lek in het koudecircuit moet de
koudetechnicus worden geraadpleegd.
C
Schakelpunt controleren (pas op: afhankelijk
van soort koudemiddel)
D
Temperatuur voor en na het filterdroger
meten (∆T max =3K)
E
Expansieventiel instellen of eventueel
vervangen (koudetechnicus raadplegen).
Sensor controleren en isoleren.
F
Hoeveelheid koudemiddel controleren. In
dit geval moet de koudetechnicus worden
geraadpleegd.
43