Inbedrijfstelling
Problemen met bron, verkeerde glycolconcentratie, spoelen
Problemen aan bronzijde
Vaak kunnen zich problemen
voordoen bij het vullen van de
bodemwarmtewisselaarinstallatie
met antivries, waardoor de installatie
over minder vermogen beschikt of
zelfs geheel uitvalt. Hoofdzakelijk
gaat het daarbij om de volgende
problemen:
Vuil in het systeem
De boorfirma's zorgen er meestal
voor dat het systeem gespoeld en
gevuld is. Toch kan er zich door
onoplettendheid nog wat vuil van de
montage of zand in bevinden. Deze
verontreiniging kan de circulatie-
pomp of de verdamper van de
warmtepomp beschadigen of
verstoppen.
Slecht vermengde glycol
Als glycol puur, zonder goede
vermeging, wordt toegevoegd aan
een met water gevuld bodemwarmte-
wisselaarsysteem dan is de kans
aanwezig dat sommige wisselaars
door de hoge viscositeit van het pure
glycol heel erg worden afgeklemd.
In de andere sondes circuleert water
zonder het noodzakelijke
glycolgehalte. Doordat minder lussen
mee circuleren en gevuld zijn met
water, kan reeds kort na de inbedrijf-
stelling de warmtepomp bevriezen
en de verdamper vernielen.
Verkeerd glycolgehalte
Bij een te hoog glycolpercentage
werkt de waterpomp niet goed en is
het vermogen ervan minder.
Ook kan de circulatiepomp oververhit
raken.
Een te lage concentratie (< 20%) kan
corrosie- en vorstschade tot gevolg
hebben.
38
Het juist vullen van het
bodemwarmtewisselaarsysteem
met behulp van een mengvat en
menginstallatie met filter.
Alle voorgenoemde problemen
kunnen door goed vullen van het
bodemwarmtewisselaarsysteem
worden voorkomen en verholpen.
Met de juiste uitrusting kan dit
probleemloos worden gedaan. Met
een meng- en vulvat kan het systeem
volgens de volgende eisen worden
gevuld:
-
schoon mengsel
-
juiste concentratie
-
homogeen mengsel
Vulslang
Overdrukklep
2,5 bar
Jetpomp
bijv. merk
Grundfos
3
max. 5 m
/h
max. 5 bar
Spoelen
Met gefilterd leidingwater wordt met
druk eerst de circulatiepomp van de
bodewarmtewisselaar en de
verdamper van verontreinigingen,
zoals lasparels, steentjes en vuil
schoongespoeld. Nadat een afsluiter
in het warmtepompcircuit gesloten
is, wordt hierna het
bodemwarmtewisselaarsysteem
gespoeld. Met 2 bar drukverschil
moet een wisselaar van 140 meter
lang (ø 32 mm sonde) tenminste 6
minuten worden gespoeld worden,
zoals in onderstaand diagram wordt
aangegeven.
Minimale spoelduur voor 32 mm
sondes
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0
Meng-
vat
Bodemwarmtewisselaars
120 l
Circulatiepomp bronzijde
Exp ansievat bronzijde
Afvoerslang
50
100
150
Sondelengte
2 bar Druk
3 bar Druk
Warmtepomp