Installatie
Transport
Algemene aanwijzingen voor de installatie
Veiligheidsvoorschriften
•
Alle eisen en instructies in de
documentatie en op de etiketten,
identificatieplaatjes en
documenten behorende bij het
apparaat moet worden nageleefd.
Transport
•
Controleer bij aflevering het
apparaat op transportschade en
compleetheid volgens de
orderbevestiging. In geval van
beschadigd of ontbrekend
materiaal moet het transportbedrijf
onmiddellijk schriftelijk worden
ingelicht.
•
Let erop dat de warmtepomp
gedurende het transport, de
plaatsing en de voorbereiding of bij
verplaatsing van zware materialen,
niet wordt beschadigd.
•
Let erop dat touwen, riemen of
kettingen de warmtepomp niet
kunnen beschadigen. Zorg ervoor
dat de warmtepomp niet
schommelt wanneer deze wordt
opgeheven. De warmtepomp kan
ten opzichte van haar verticale
positie tot maximaal 15° worden
gekanteld.
•
Voor het transport is de
warmtepomp in de fabriek
gefixeerd op een pallet en
beschermd met een kartonnen
verpakking. Om transportschade te
voorkomen, moet de warmtepomp
verpakt op de pallet worden
vervoerd naar de definitieve
installatieplaats.
•
Gebruik de onderdelen en buizen
niet voor het transport.
•
Houd rekening met het gewicht van
de warmtepomp.
•
Let op de positie van de flexibele
waterslangen en elektriciteitskabels
zodat deze niet beschadigd raken.
•
De warmtepomp mag alleen aan
de onderkant worden opgetild en
getransporteerd.
•
Als u de installatieruimte alleen via
de trap kunt bereiken, gebruik dan
een trappensteekwagen of houten
planken en riemen, zoals
aangegeven in de figuren op de
volgende pagina. Het is raadzaam
om de panelen te verwijderen om
het te verplaatsen gewicht te
verlagen. Voor het vervoer zijn
minimaal twee personen vereist.
24
Plaatsing
•
De AQUATOP S warmtepompen
zijn uitsluitend bestemd voor
gebruik in binnenruimten.
•
De plaatsing moet nauwkeurig en
precies worden uitgevoerd. Tijdens
de beweging voor het plaatsen is
overhellen tot 45° toegestaan,
maar slechts voor een korte
periode. In dit geval moet men
tenminste 2 uur wachten voordat
de machine kan worden opgestart.
•
De AQUATOP S warmtepomp
moet geplaatst worden op een
vlakke ondergrond zonder
fundering.
•
De vloer moet over voldoende
draagvermogen beschikken voor
de warmtepomp.
•
De warmtepomp kan niet op een
zwevende vloer worden
geïnstalleerd.
•
De vloer moet schoon zijn en vrij
van stof en ander vuil.
•
Indien de warmtepomp in de kelder
wordt geplaatst, moet de
installatieplaats beschermd worden
tegen wateroverlast.
•
Zorg aan de voorkant voor genoeg
ruimte voor toegang tot het
bedieningspaneel en aan de zijkant
voor het uitvoeren van controles en
onderhoud.
•
De warmtepomp moet op de
definitieve installatieplaats
zorgvuldig worden uitgepakt en
pallet verwijderen, zonder te
worden blootgesteld aan schokken
of grove bewegingen.
•
De AQUATOP S moet op een
vlakke vloer worden geplaatst en
de afstelbare voetjes moeten
worden uitgelijnd.
Installatie
•
De voorschriften,
installatieschema's en elektrische
schema's moeten strikt worden
nageleefd.
•
De toebehoren moeten worden
geïnstalleerd door een specialist
(verwarmingsmonteur) volgens de
bijgevoegde instructies voor
montage.
•
Dankzij de geluidsdempende
behuizing en de flexibele
aansluitingen van de AQUATOP S
wordt het geluidsniveau maximaal
gereduceerd. Het werkelijke
geluidsniveau is afhankelijk van
verschillende factoren, waaronder
de grootte van de installatieruimte,
de akoestische isolatie of de
weerkaatsing van de in de ruimte
aanwezige materialen en de
mogelijkheid tot geluidsoverdracht
door de gebouwconstructie.
•
Alle aansluitingen moeten worden
gemaakt met flexibele
verbindingen, zodat de
warmtepomp vrij kan vibreren, met
name wanneer de compressor of
de ventilator wordt aangesloten.
Alleen op deze manier wordt
lawaaioverdracht als gevolg van de
structurele opbouw voorkomen,
alsmede het beschadigen van de
leidingen.
•
De leidingen en elektrische
leidingen moeten worden bevestigd
aan de wand, niet aan de
warmtepomp.