Problemen Oplossen - elco AQUATOP S06 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud
Verberg thumbnails
Zie ook voor AQUATOP S06:
- Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud (52 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
Problemen oplossen
Het onderzoeken en oplossen
van defecten mag alleen wor-
den gedaan door technici met
een specifieke opleiding.
Storing
12
TWW Laadtemp. WP te
laag
106
Brontemperatuur te laag Brijn-Water WP
106
Brontemperatuur te laag W-W WP
107
Heetgas compressor
146
Instelling sensor
configuratie
42
Interventies uitgevoerd door niet be-
voegde personen of bedrijven leiden
tot verval van de garantie.
Oorzaak
De regelaar slaat de drinkwatertemperatuur op,
waarop de lading met de warmtepomp voor het
laatst werd afgebroken, toen de warmtepomp de
begrenzing voor hoge druk, heetgas of de
maximale uitschakeltemperatuur heeft bereikt.
Ligt de waarde onder de instelling "TWW
laadtemp. WP minimum" (bedieningsregel 7092)
verschijnt in de display het onderhoudssymbool
en in bij de informatie de onderhoudsmelding:
Te lage temperaturen BRON WP UIT
(Parameter 2816, -8 °C)
A1
Geringe volumestroom
A2
BWW slecht gevuld
A3
Instelling BWW niet in orde
A4
Afsluiter gesloten
A5
Pomp loopt niet
A6
BWW ondergedimensioneerd
Sonde werd overbelast
A7
Terwijl de warmtepomp loopt en BRON WP
UIT lager is dan 3°C, wordt vorstbescherming
aangesproken.
A
Sensor defect
B
Te geringe grondwatervolumestroom
C
Warmtewisselaar voor systeemscheiding
vervuild of verkeerd gedimensioneerd
Heetgastemperatuur (B81) te hoog
A
Te weinig koudemiddel
B
Compressor lek
C
Filterdroger vuil
D
Systeemtemperatuur te hoog ingesteld
A
Aangesloten sensors passen niet bij de
ingegeven functie van de
programmeerbare in- en uitgangen
Opheffen, maatregelen
Deze storing kan niet worden gereset. Wanneer bij
de volgende tapwatercyclus de minimum tapwater
laadtemperatuur weer wordt overschreden, wordt
ook de melding opgeheven. Wordt deze echter weer
niet bereikt, blijft de melding bestaan.
1.
Plaatsing van de B3-sensor controleren.
2.
Te hoge instelwaarde voor tapwatertemperatuur
3.
Laadwijze met B3 en B31 geactiveerd,
overzetten op slechts B3
4.
Temperatuuroverdracht op tapwatersensor is
slecht, met klemveer/geleidingspasta voor
verbetering zorgen.
5.
Warmtewisselaaroppervlak van de boiler te
gering.
A1
Capaciteit van de broncirculatiepomp
controleren (∆T=3-4K)
A2
Bodemwarmtewisselaarsysteem ontluchten
A3
Inregelafsluiters instellen
A4
Afsluiter openen
A5
Thermorelais, fasen en relais controleren
A6/7
Bedrijfsuren van de compressor sinds IBS
controleren (verkeerde dimensionering of
overbelasting, melding)
A1
Sensor B92 op functie controleren
B1
Filter op vervuiling controleren
B2
Verdamper op vervuiling controleren
B4
Volumestroom van het bronsysteem of
tussencircuit te klein, controle temperatuur-
verschil tussen BRON WP IN en UIT (∆T=3-4K)
B5
Temperatuurverschil tussen secundaire en
primaire kring controleren (∆T=2-3K), eventueel
reinigen, pompinstellingen controleren.
Bij aanwezige tussencircuit functioneren
C
controleren (∆T), platenwisselaar op vervuiling
controleren.
A
Hoeveelheid koudemiddel controleren
B
Compressor vervangen
C
Temperatuurverschil tussen filterdrogeringang
en -uitgang controleren (∆Tmax=3K)
In deze gevallen moet de koudetechnicus erbij
worden geroepen.
D
Systeemtemperatuurinstelling controleren.
Stooklijn en tapwateremperatuur moet binnen
het warmtepompbereik zijn.
A
Sensorinstelling controleren
A1
Geprogrammeerde functie op QX-uitgangen
controleren
A2
Installatieconfiguratie via controlenummers
controleren
Advertenties
Inhoudsopgave
