Richt uw IC-recorder zo dat de ingebouwde microfoons (
3
wijzen.
Druk op
REC/PAUSE.
4
verschijnt op het display ten teken dat de opname is begonnen en de aan/uit-aanduiding (
licht rood op.
Als u
REC/PAUSE ingedrukt houdt, zal de IC-recorder pauzeren en zal er niet worden opgenomen.
Tijdens het opnemen verschijnt de controlefunctie van het opnameniveau (
(
) geeft het geschikte bereik voor het opnameniveau aan.
Pas de richting van de ingebouwde microfoons of de afstand tot de geluidsbron aan, of stop met opnemen en
verander de instellingen voor de gevoeligheid van de ingebouwde microfoons, of de scèneselectie, zodat de
opnameniveaus binnen de plustekens (+) vallen bij het opnemen, zoals u hieronder kunt zien.
Het opnameniveau is te laag (geluid te zacht)
Correct opnameniveau
) in de richting van de op te nemen geluidsbron
). De positie tussen de plustekens (+)
53
)