7 Laat de lipjes op het deksel in de inkepingen op het huis
vallen en zet het luchtfilterdeksel terug.
8
Trek de handgreep naar buiten toe. Haak de handgreep
in het luchtfilterdeksel vast en sluit het deksel door het
naar binnen te drukken.
Controleren van het luchtfilter van
de brandstofpomp
Controleer regelmatig of het luchtfilter van de brandstofpomp
vrij is van vuil.
Het filter kan indien nodig worden gereinigd met een penseel.
Ontstekingssysteem
De motor is voorzien van een elektronische ontsteking. Alleen
de bougie heeft onderhoud nodig.
Aanbevolen bougie, zie Technische Gegevens.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verkeerd type bougie kan de motor beschadigen.
Vervangen van bougie
1 Trek de bougiedop los en maak het rond de bougie
schoon.
2 Verwijder de bougie met een 3/4' (19 mm) bougiedop.
3 Controleer de bougie. Vervang de bougie wanneer de
elektroden rondom verbrand zijn of wanneer de isolator
gescheurd of beschadigd is. Maak de bougie schoon met
een staalborstel als die moet worden gebruikt.
4 Meet de elektrodenafstand met een voelermaat. De
afstand moet 0,75 mm / 0,030" zijn. Stel de afstand indien
nodig af door de massaelektrode te buigen.
22 –
Dutch
ONDERHOUD
5 Schroef de bougie met de hand terug om te voorkomen
dat het schroefdraad beschadigd raakt.
6 Draai de bougie, als deze tegen de zitting aanligt, met een
bougiesleutel vast. Draai de bougie zo vast dat de ring
wordt samengedrukt. Een oude, opnieuw gebruikte
bougie moet 1/8 slag aangedraaid worden vanaf het
aanligpunt. Een nieuwe bougie moet 1/4 slag
aangedraaid worden vanaf het aanligpunt.
7 Zet de bougiedop terug.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een bougie, die niet goed is aangedraaid, kan
oververhitting veroorzaken en de motor beschadigen. Een
bougie, die te hard is aangedraaid, kan de schroefdraad in
de cilinderkop beschadigen.
Laat de motor niet rond met een verwijderde bougie of
losgemaakte ontstekingskabel.