Voor de start
•
Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de
plaats van de hendels en functies door voordat u start.
•
Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het
Onderhoudsschema.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv.
kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid. Dat
verslechtert de koeling van de motor.
Risico van ernstige motorbeschadigingen.
Starten van de motor
1 Zorg ervoor dat de ontkoppelingshendel ingedrukt is.
Rider 18 AWD heeft een hendel voor de vooras en één
voor de achteras.
2 Breng de maaikast omhoog door de hendel naar achter te
trekken naar de blokkeerstand (transportstand) en zet de
handrem aan.
3
De motor kan niet opnieuw worden gestart, als de
parkeerrem niet wordt ingedrukt.
Start van koude motor
4 Schuif de gashendel naar stand 3 (chokestand). In deze
stand krijgt de motor een rijker mengsel, waardoor de
motor makkelijker start.
Start van warme motor
Rijden
Zet de gashendel midden tussen stand 1 en 2.
5 Draai de contactsleutel naar de startstand.
6 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen
terug springen naar de neutrale stand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter
elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 15
seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
7 Schuif de gasbediening naar de volgasstand. Laat de
motor 3-5 min op laag toerental "halfgas" lopen voordat hij
zwaar belast wordt.
8 Stel het gewenste motortoerental in met de gasbediening.
WAARSCHUWING! Laat de motor nooit
!
binnenshuis lopen, in een gesloten of slecht
geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van
de motor bevatten giftig koolmonoxyde.
– 15
Dutch