Accu
Servicebeurt/Specificatie
Controleer het elektrolytpeil van de accu vóór elk
gebruik. Houdt de accu altijd schoon en geheel opge-
laden. Maak de accubak met een papieren handdoek
schoon. Reinig gecorrodeerde accupolen met een
oplossing bestaande uit vier delen water en één deel
zuiveringszout. Geef de polen een dun laagje vet om
corrosie te vookomen.
Spanning: 12 v, 280 amp koud aanslingervermogen.
Verwijdering van de accu
1. Schakel de krachtafnemer (PTO) uit, trek de par-
keerrem aan en draai de contactsleutel naar "OFF"
om de motor af te zetten. Verwijder de sleutel.
2. Open de motorkap om toegang te krijgen tot de
accu.
3. Verwijder de zijstukken om ruimte te scheppen
wanneer de accu er moet worden uitgehaald (Afb.
36). Draai de vleugelmoeren en schroeven los, til
de zijstukken op om de sluitpen vrij te maken en
schuif de paneellipjes uit de stuurtoren.
4. Ontkoppel de negatieve (zwarte) aardekabel van
de accupool (Afb. 35).
5. Trek de rubberafsluiting van de positieve (rode)
kabel en ontkoppel deze van de accupool
(Afb. 35).
6. Verwijder de stangen waarmee de accu is vastgezet
(Afb. 35).
Afbeelding 35
1.
Negatieve kabel (zwart)
2.
Rubberafsluiting
3.
Positieve kabel (rood)
Montage van de accu
7. Plaats de accu in het chassis (Afb. 36).
8. Zet de accu vast met behulp van de klemstangen.
9. Verbindt de positieve (rode) kabel door middel van
bout en vleugelmoer met de positieve (+) accupool
(Afb. 35). Schuif de rubberafsluiting over de pool.
10. Verbindt de negatieve (zwarte) kabel door middel
van bout en vleugelmoer met de negatieve (–) pool
(Afb. 35).
11. Installeer de zijstukken door de verbindingslipjes
in de stuurtoren te schuiven en de sluitpen in de
flens van de voetsteun te steken. Daarna vastzetten
met behulp van schroeven en vleugelmoeren
(Afb. 36).
Onderhoud
4. Bout en vleugelmoer
5. Klemstangen en vleugelmoeren
31