Hulpwerktuighefboom
De hulpwerktuighefboom (Afb. 9) wordt gebruikt om
de verschillende hulpwerktuigen omhoog te brengen
en neer te laten.
Het omhoogbrengen van hulpwerktuigen
1. Druk de rempedaal in om de machine tot stilstand
te brengen.
2. Trek de hulpwerktuighefboom naar achteren tot de
pal vastklikt. Op deze wijze wordt het hulpwerk-
tuig in de omhoog-stand vergrendeld.
Het neerlaten van hulpwerktuigen
1. Druk de rempedaal in om de machine tot stilstand
te brengen.
2. Trek de hulpwerktuighefboom naar achteren om de
opwaartse druk op te heffen en druk op de knop
bovenop om de pal te ontspannen. Beweeg de hef-
boom naar voren om het hulpwerktuig neer te
laten.
2
1
Afbeelding 9
1.
Hefboom
2.
Drukknop
3.
Hoogte-instelknop
3
5
4
6
4.
Indicator
5.
Hoog
6.
Opleggingspositie
Afstemming met de hoogte-
instelknop
De hoogte-instelknop (Afb. 9) wordt gebruikt om de
neerwaartse beweging van het hulpwerktuig te
beperken. Door aan de knop te draaien kan de stop-
plaats worden veranderd en hoger dan wel lager wor-
den bepaald.
1. Voer de handelingen uit als aangegeven onder de
sectie "het omhoogbrengen van hulpwerktuigen".
In de omhoog-stand kan de hoogte-instelknop
(Afb. 9) worden gedraaid teneinde de stopplaats te
veranderen, te weten met de wijzers van de klok
mee voor een hogere stand en linksomdraaiend
voor een lagere stand van het hulpwerktuig.
2. Na de bijstelling laat de hoogte-instelknopindicator
(Afb. 9) de wijziging van de maximale stijg-/daal-
hoogte zien.
Bediening
15