8 Programmeren
P540 DROP FREQUENT.
fct. links
De parameter wordt gebruikt om te voorkomen dat er waterslag ontstaat. Voordat de
MASTER een nieuwe pomp met vaste snelheid start, daalt de waarde tot deze frequentie
waarna (wanneer de frequentie bereikt is) de pomp met vaste snelheid gestart wordt; op
dat moment keert de MASTER-omvormer terug naar de normale werking.
P545 OVERWAARDE
Deze parameter geldt alleen voor cascaderelais!
P545 OVERWAARDE
fct. links
Deze parameter voorkomt dat er overdruk in het systeem ontstaat in het geval dat de
HYDROVAR van onjuiste parameters is voorzien: als deze geselecteerde waarde is
bereikt, dan worden meteen alle vervolgpompen afgeschakeld.
Mogelijke instellingen zijn "Off" [UIT] (standaard) of P420 SENSOR BEREIK.
P550 OVERWRD.VERTR.
Deze parameter geldt alleen voor cascaderelais!
P550 OVERWRDE VERTR
fct. links
Deze parameter bepaalt de vertragingstijd om een hulppomp uit te schakelen als de
feitelijke waarde hoger wordt dan de P545 OVERWAARDE limiet.
P555 WISSELINTERVAL
Deze parameter geldt alleen voor cascade serieel en synchroon!
P555 WISSELINTERVAL
fct. links
Deze parameter stelt de schakelinterval in voor de cyclische overname: dit maakt een
automatische overname van de MASTER-pomp en de overige pompen mogelijk.
Zodra de schakeltijd bereikt is, wordt de volgende pomp MASTER en wordt de teller weer
op nul gezet; dit zorgt voor gelijkmatige slijtage en vergelijkbare inschakeltijden voor alle
pompen. De schakelinterval is actief zolang de MASTER niet stopt.
78
42 Hz
Werkelijke waarde
fct. boven
UIT
Werkelijke waarde
fct. boven
0,0 sec
Werkelijke waarde
fct. boven
G
24 uur
Werkelijke waarde
fct. boven
HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts