8 Programmeren
HVL
2.015 ÷ 2.040
3,015 ÷ 3,040
4.015 ÷ 4.040
3,055 ÷ 3,110
4.055 ÷ 4.110
4.150 ÷ 4.220
Voor meer informatie, zie
G
P225 HELLING 3
Opmerking:
• Een te snelle acceleratietijd kan oscillatie en overbelasting veroorzaken.
• Een te langzame acceleratietijd kan een terugval van de uitgaande werkdruk
veroorzaken gedurende variatie van de afname van het systeem.
P225 HELLING 3
fct. links
Deze parameter past de langzame acceleratietijd aan en bepaalt daarmee:
• de regulatiesnelheid van de interne HYDROVAR controller voor kleine veranderingen
in afname van het systeem.
• de constant uitgaande druk.
de acceleratietijd (standaardwaarde 70 sec, mogelijke instelling 1–1000 sec) hangt af van
het systeem dat bediend moet worden. Voor meer informatie, zie
Hellinginstellingen
G
P230 HELLING 4
Opmerking:
• Een te snelle deceleratietijd kan oscillatie van het apparaat en de pomp veroorzaken
• Een te langzame deceleratietijd kan drukschommelingen veroorzaken gedurende
variatie in de afname van het systeem.
P230 HELLING 4
fct. links
Deze parameter past de langzame deceleratietijd aan en bepaalt daarmee:
• de regulatiesnelheid van de interne HYDROVAR controller voor kleine veranderingen
in afname van het systeem.
• de constant uitgaande druk.
60
Mogelijke instelling (sec)
1–250
1–1000
1–1000
Voorbeeld: P200 Hellinginstellingen
70 sec
Werkelijke waarde
Uitvoerfreq.
fct. boven
fct. onder
(pagina 104).
70 sec
Werkelijke waarde
Uitvoerfreq.
fct. boven
fct. onder
HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Standaardinstelling (sec)
4
8
12
(pagina 104).
fct. rechts
fct. rechts
Voorbeeld: P200