8 Programmeren
P250 MINIMALE FREQ.
Opmerking:
De minimale frequentie hangt af van het geselecteerde type pomp en de toepassing.
Vooral voor boorgattoepassingen moet de minimale frequentie worden ingesteld op ≥
30 Hz*.
P250 MINIMALE FREQ.
fct. links
Deze parameter (standaardwaarde 20 Hz, mogelijke instelling 0,0 Hz- P245 MAXIMALE
FREQ.) stelt de minimale frequentie in; werking onder deze waarde wordt gedaan met
P235 HELLING FMIN A en P240 HEL. FMIN D.
G
P255 CONFIG. F MIN
Deze parameter definieert de werking op minimale frequentie.
P255 CONFIG. F MIN
fct. links
Mogelijke instellingen zijn:
Instelling
f -> 0
f -> fmin
Opmerking:
Voor circulatie systemen kan de instelling "f -> fmin" de pomp oververhitten als er geen
vloeistof door de pomp gaat!
G
P260 F MIN TIJD
Deze parameter (standaardwaarde 0 sec, mogelijke instelling 0-100 sec) stelt de
vertragingstijd in voordat de pomp wordt uitgeschakeld als de waarde lager is dan P250
MINIMALE FREQ..
62
G
20,0 Hz
Werkelijke waarde
fct. boven
f -> 0
Werkelijke waarde
fct. boven
HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts
Uitvoerfreq.
fct. onder
fct. rechts
Beschrijving
Als de benodigde druk eenmaal bereikt is en verder geen
verbruik nodig is, dan gaat de frequentie omlaag tot de
geselecteerde P250 MINIMALE FREQ.: HYDROVAR blijft
vervolgens actief voor de geselecteerde P260 F MIN TIJD
en stopt na deze tijd automatisch.
Met deze instelling stopt de pomp nooit automatisch: de
frequentie gaat omlaag tot de geselecteerde P250
MINIMALE FREQ.. Om de pomp te stoppen, moet de
externe AAN/UIT geopend worden of moet de regelaar
handmatig uitgezet worden.