8 Programmeren
P1309 MODus
P1309 MODUS
fct. links
Deze parameter selecteert in welke bedieningsstand de motor gezet moet worden.
Voor mogelijke instelling, zie
P1310 POMPADRES
P1310 POMPADRES
fct. links
Deze parameter selecteert een adres (1-8) voor elke HYDROVAR. Als via the interne
RS-485-verbinding (maximaal acht in de stand Cascade Serieel) meerdere MASTER-
omvormers zijn aangesloten, dan moet het volgende van toepassing zijn:
• Elke HYDROVAR heeft een eigen pompadres (1–8) nodig
• Elk adres kan maar één keer worden gebruikt.
P1311 REGEL MODUS
P1311 REGEL MODUS
fct. links
Let bij deze parameter op dat, eenmaal in de wijzigingsstand (door het indrukken van de
betreffende drukknop), de gebruiker de nieuwe waarde kan bevestigen door de rechter
(►) drukknop 3 seconden ingedrukt te houden.
Deze parameter stelt voor het pompsysteem (één of meerdere pompen) de stand voor
drukregeling in: afhankelijk van de instelling ("Constant" of "Differentieel") wordt
automatisch een set parameters verder geconfigureerd.
Wanneer voor P1311 REGEL MODUS een nieuwe waarde wordt ingesteld, wordt elke
parameter in onderstaande tabel overschreven door de eigen, specifieke waarde,
ongeacht verschillende vorige instellingen.
P225 HELLING 3
P230 HELLING 4
P250 MIN.FREQ.
P255 CONF.FMIN
P260 FMIN TIJD
P315 HYSTERESE
P410CONF.SENSOR
96
Regelaar
Werkelijke waarde
Uitvoerfreq.
fct. boven
fct. onder
P105 MODus
1
Werkelijke waarde
Uitvoerfreq.
fct. boven
fct. onder
Constant
Werkelijke waarde
Uitvoerfreq.
fct. boven
fct. onder
HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
fct. rechts
(pagina 55).
fct. rechts
fct. rechts
P1311 = Constant
70 sec
70 sec
20 Hz
f -> 0
0 sec
80%
Sensor 1
P1311 = Differentieel
90 sec
90 sec
25 Hz
f -> fmin
3 sec
90%
Sens. 1 - Sens. 2