Advertenties
10 Storingen verhelpen
Fout
OVERBELASTING
FOUT 12
OVERSPANNING
FOUT 13
INVERT.
OVERVERHITTING
FOUT 14
THERMO MOT/EXT
FOUT 15
FASEVERLIES
FOUT 16
ONDERSPANNING
COMM. VERBROKEN De communicatie tussen de
ONTBREKEN VAN
WATER
FOUT 21
MIN. GRENSWAARDE
FOUT 22
FOUTSENSOR 1, ACT.
VAL. SENSOR 1
FOUT 23
1
Het apparaat wordt gereset wanneer de aansluitingen X3/11-12 gesloten zijn.
102
Oorzaak
Stroomlimiet overschreden -
motorstroom te hoog (langzame
stijging gedetecteerd).
De spanning is te hoog.
De temperatuur in het apparaat
is te hoog.
De PTC-sensor heeft de
signaleringstemperatuur
bereikt.
Eén fase van de stroomtoevoer
functioneert niet.
De spanning is te laag.
voeding en het moederbord
werkt niet goed.
De sensoraansluiting voor laag
water, terminals X3/11-12, is
geopend. De sensor werkt
alleen als de pomp actief is.
De gedefinieerde waarde van
parameter P605 MIN.GRENSW.
is niet bereikt gedurende de
voorgeselecteerde P610
VERTRAGINGSTIJD.
Het sensorsignaal op
aansluitingen X3/2 is minder
dan 4 mA dat een actieve sensor
moet afgeven.
HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Controleer de volgende zaken:
• Is de parameter P215/P220 RAMP 1/RAMP 2 te
kort en P265 BOOST te laag?
• Zijn alle kabels en aansluitingen in orde?
• Is de pomp geblokkeerd?
• Draait de motor in de verkeerde richting voordat
de pomp in werking treedt (terugslagklep
defect)? Niet toegestaan werkpunt of P245
MAX.FREQ. is te hoog, controleer ook de waarde
van P265 BOOST.
• Is de parameter P220 RAMP 2 te snel?
• Is de stroomtoevoer te hoog?
• Zijn de spanningspieken te hoog?
Als de fout gerelateerd is aan stroom of spanning,
dan kunnen lijnspoelen of RC-elementen worden
geplaatst om het probleem op te lossen.
• Wordt het apparaat voldoende gekoeld?
• Zijn de ventilatieopeningen van de motor van
het apparaat verstopt of vervuild?
• Is de omgevingstemperatuur te hoog?
• Sluit X1/PTC als er geen extern
beveiligingsapparaat is aangesloten.
• Raadpleeg
Motorsensoraansluiting
(pagina 35) voor meer informatie.
• De stroomtoevoer onder volledige belasting
• Als de fasefout optreedt bij de aanvoer.
• De zekeringen
• En controleer visueel de aansluitpunten aan de
kant van de ingang.
• Is de stroomtoevoer te laag?
• Is er een fasefout aan de kant van de ingang?
• Is sprake van asymmetrie tussen fasen?
Is de aansluiting tussen het moederbord en de
voeding correct?
• De inkomende druk of de minimale
waterpeilwaarden zijn te laag ingesteld.
Verhoog deze instellingen.
• De fout treedt alleen kortstondig op. Pas daarna
parameter P610 VERTRAGINGSTIJD aan.
Als er geen sensor gebruikt wordt, dan moeten de
aansluitingen X3/11-12 worden overbrugd.
• Pas de parameter P610 VERTRAGINGSTIJD aan.
• Zet de parameter P615 FOUT RESETTEN op ON
voor vijf keer opnieuw starten in lege systemen.
• Het feitelijke waarde-signaal afkomstig van de
sensor is onjuist.
• De aansluiting is defect.
• De sensor of de kabels zijn defect.
• Controleer de instellingen van de sensoren in
P400 SUBMENU SENSOR.
1
Advertenties
