Download Print deze pagina

Advertenties

Handleiding voor
installatie, bediening en
onderhoud
HVL 2.015-4.220

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Xylem HYDROVAR HVL 2.015

  • Pagina 1 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud HVL 2.015-4.220...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding en veiligheid....................... 4 1.1 Inleiding..........................4 1.1.1 Gekwalificeerde medewerkers................... 4 1.2 Veiligheid..........................4 1.2.1 Veiligheidsberichtniveaus....................5 1.3 Veiligheid van de gebruiker....................5 1.4 Beschermen van het milieu....................7 1.5 Garantie..........................8 1.6 Reserveonderdelen......................8 1.7 EU-conformiteitsverklaring (Nr. LVD/EMCD05)............... 8 1.8 EU-conformiteitsverklaring....................
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 6.4.1 EMC-vereisten......................30 6.4.2 De kabels aansluiten....................30 6.4.3 RFI-schakelaar......................31 6.5 Netvoeding en motoraansluitklemmen................32 6.5.1 Aansluiting op het stroomnet (voeding)..............32 6.5.2 Aansluiting van de motor..................33 6.6 Regelklemmen........................34 6.6.1 Motorsensoraansluiting..................... 35 6.6.2 Ingang voor basisbewerkingen in geval van nood..........36 6.6.3 Digitale en analoge I/O....................36 6.6.4 RS485-verbinding.......................
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 11.2 Voorbeeld: P200 Hellinginstellingen................104 11.3 Voorbeeld: P330 LIFT INTENSITEIT................105 11.4 Voorbeeld: P500 SUBMENU SEQUENTIE REGELING..........106 11.5 Voorbeeld: P900 SUBMENU OFFSET.................107 11.6 Programma stroomschema's..................109 HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
  • Pagina 6 Dit geldt ook voor aanpassingen aan de apparatuur of het gebruik van onderdelen die niet door Xylem zijn geleverd. Neem voor vragen over het beoogde gebruik van de apparatuur contact op met een vertegenwoordiger van Xylem voordat u verder gaat.
  • Pagina 7 1 Inleiding en veiligheid VOORZICHTIG: Houd u aan de instructies in deze handleiding. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot lichamelijk letsel, schade of vertraging. 1.2.1 Veiligheidsberichtniveaus Informatie over veiligheidsberichten Het is buitengewoon belangrijk dat u de veiligheidsberichten en -voorschriften zorgvuldig leest, begrijpt en in acht neemt voordat u met het product gaat werken.
  • Pagina 8 1 Inleiding en veiligheid • Houd het werkgebied altijd schoon. • Houd rekening met de risico's van gassen en dampen in het werkgebied. • Vermijd alle elektrische gevaren. Houd rekening met de risico's van een elektrische schok of een vlamboog. •...
  • Pagina 9 • Reinigen van gemorste vloeistoffen Exceptionele locaties VOORZICHTIG: Stralingsgevaar Verstuur het product NIET naar Xylem als het aan nucleaire straling is blootgesteld, tenzij Xylem daarvan vooraf over geïnformeerd is en daarover goede afspraken zijn gemaakt. Richtlijnen voor recycling Volg altijd de plaatselijke wet- en regelgeving betreffende recycling op.
  • Pagina 10 Sales en Service. 1.7 EU-conformiteitsverklaring (Nr. LVD/EMCD05) 1. Apparaatmodel/Product: →Typeplaatje 2. Naam en adres van de fabrikant: Xylem Service Italia S.r.l. Via Vittorio Lombardi 14 36100 Vicenza VI Italië 3. Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant.
  • Pagina 11 1.8 EU-conformiteitsverklaring 1. Uniek identificatienummer van de EEA: Nr. HVL 2. Naam en adres van de fabrikant: Xylem Service Italia S.r.l. Via Vittorio Lombardi 14 36100 Vicenza VI Italië 3. Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant.
  • Pagina 12 2 Transport en opslag 2 Transport en opslag 2.1 Levering controleren 2.1.1 Het pakket controleren 1. Inspecteer het pakket direct op beschadigde of ontbrekende items. 2. Noteer eventuele beschadigde of ontbrekende items op het ontvangstbewijs en de vrachtbrief. 3. Dien een claim bij het transportbedrijf in als iets niet in orde is. Als het product door een distributeur is opgehaald, kunt u de claim rechtstreeks bij de distributeur indienen.
  • Pagina 13 2 Transport en opslag Hijsschema's HVNG-IOM_LIFTING-1_A_SC HVNG-IOM_LIFTING-2_A_SC 2.3 Richtlijnen voor transport Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: • Blijf uit de buurt van opgehesen lasten. • Neem de geldende regels ter voorkoming van ongelukken in acht. • Pas op dat u de kabels tijdens het transport niet beschadigt; niet dichtknijpen, ombuigen of slepen.
  • Pagina 14 3 Productomschrijving 3 Productomschrijving 3.1 Beschrijving van het systeem Indeling van het systeem De afbeeldingen tonen een doorsnee systeem met één pomp en een systeem met meerdere pompen die het apparaat gebruiken. Wanneer het systeem rechtstreeks op de watertoevoer is aangesloten, gebruik dan een lagedrukschakelaar aan de aanzuigkant.
  • Pagina 15 3 Productomschrijving 3.2 Functie en gebruik van het product Beschrijving HYDROVAR is een systeembediening die op de pomp gemonteerd wordt en gebaseerd is op een microprocessor. Deze kan op bijna elk model ventilatorgekoelde motoren gemonteerd worden en is eenvoudig te integreren in BMS-systemen met ModBus- of Bacnet-communicatie als standaard.
  • Pagina 16 3 Productomschrijving 3.3.4 Cascaderelais Beschrijving Eén pomp is uitgerust met het apparaat en maximaal vijf slave-pompen kunnen op aanvraag worden aan- of uitgezet. Het apparaat gebruikt een extra Premium Card voor dit doel. Voor het schakelen van de slave-pompen moet een extern schakelbord geïnstalleerd worden.
  • Pagina 17 3 Productomschrijving Beschrijving Alternatieven Buscommunicatie 0: Standaardcommunicatie Optionele kaarten 0: Geen optionele kaarten Inwendig display 1: Standaard inwendig display gemonteerd Andere opties 0: Geen andere opties geïnstalleerd Voorbeeld Voorbeeld Beschrijving HYDROVAR Stroomtoevoer: 3~ 380–460 VAC Asvermogen: 7,5 kW (10,0 PK) Klasse van de behuizing: IP 55 / Type1 Standaardcommunicatie Geen optionele kaarten geïnstalleerd...
  • Pagina 18 3 Productomschrijving Luchtvervuiling De lucht kan droge stof bevatten, zoals in werkplaatsen waar stof overmatig aanwezig is vanwege alle machines. Overmatige hoeveelheden stof, zuren, bijtende gassen, zouten enz. zijn niet toegestaan. Hoogte Max. 1000 m boven zeeniveau. Voor installatie op meer dan 1000 m boven zeeniveau, moet het maximale uitgangsvermogen voor elke extra 100 meter met 1% naar beneden worden bijgesteld.
  • Pagina 19 3 Productomschrijving De X-as toont de verhouding tussen Imotor feitelijk en Imotor nominaal. De Y-as toont de tijd in seconden voordat de STC afsluit en de frequentie-omvormer activeert. De curven tonen de karakteristieke, nominale snelheid, op tweemaal de nominale snelheid en op 20% van de nominale snelheid.
  • Pagina 20 3 Productomschrijving Maattekeningen HVNG-IOM_HVLA_DIMENSIONS_A_SC Afbeelding 4: HVL2.015. HVL2.022. HVL3.015. HVL3.022. HVL4.015 ÷ HVL4.040 HVNG-IOM_HVLB_DIMENSIONS_A_SC Afbeelding 5: HVL2.030. HVL2.040. HVL3.030 ÷ HVL3.055. HVL4.055 ÷ HVL4.110 HVNG-IOM_HVLC_DIMENSIONS_A_SC Afbeelding 6: HVL3.075 ÷ HVL3.110. HVL4.150 ÷ HVL4.220 HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
  • Pagina 21 3 Productomschrijving Gewicht Modellen Maximale gewicht HVL 2.015 ÷ 2.022 | 3.015 ÷ 3.022 | 4.015 ÷ 4.040 5,6 Kg (12,3 lbs) HVL 2.030 ÷ 2.040 | 3.030 ÷ 3.055 | 4.055 ÷ 4.110 10,5 Kg (23 lbs) HVL 3.075 ÷ 3.110 | 4.150 ÷ 4.220 15,6 Kg (34,4 lbs) 3.8 Ontwerp en vormgeving Onderdelen en beschrijvingen...
  • Pagina 22 3 Productomschrijving Positienummer Omschrijving Voedingskaart, warmtegeleider, EMC-filter Stuurkaart Afdekking Plastic kap 3.9 Inbegrepen onderdelen voor montage Inbegrepen Buitendiameter kabel Model onderdelen (inch) inches HVL 2.015 ÷ 2.022 | HVL 2.030 ÷ 2.040 | HVL 3.075 ÷ 3.110 | 3.015 ÷ 3.022 | 4.015 3.030 ÷...
  • Pagina 23 3 Productomschrijving M40XM32 38X48 3.10 Optionele onderdelen Onderdelen Onderdeel Beschrijving Motorkabels De motorkabel die klaar is om het apparaat te worden aangesloten. Montagering Als de motorventilator van plastic gemaakt is, dan wordt een montagering gebruikt. Deze is verkrijgbaar in twee diameters: 140 mm (5,5 in) en 155 mm (6,1 in).
  • Pagina 24 4 Installatie 4 Installatie 4.1 Controlelijst plaats van installatie GEVAAR: Installeer de pompbesturing nooit in een brandbare omgeving of omgeving met explosiegevaar. WAARSCHUWING: • Raadpleeg altijd de nationale en lokale voorschriften, wet- en regelgeving en geldende procedures bij het kiezen van de plaats van installatie en de aansluitingen voor water en stroom.
  • Pagina 25 5 Mechanische installatie 5 Mechanische installatie 5.1 De koelwijze • De frequentieomvormer wordt gekoeld door luchtcirculatie. Om het apparaat te beveiligen tegen oververhitting mag de omgevingstemperatuur niet boven de maximale temperatuur komen die voor de frequentieomvormer is aangegeven en mag de gemiddelde temperatuur gedurende 24 uur niet worden overschreden. •...
  • Pagina 26 5 Mechanische installatie HVNG-IOM_MOUNT_EXPLOD-1_B_SC 1. Actuele waarde sensor 2. Motor aansluitkast 3. Motorventilatorkap 4. Motorkabel 5. Montageklemmen 6. Centreerpen 7. Schroeven voor montageklemmen 8. Plastic kap 9. Schroeven voor plastic afdekking Zie de tekst in voorgaande afbeelding. ® 1. Plaats de rubberen centreerpen [6] op de onderkant van de HYDROVAR HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
  • Pagina 27 5 Mechanische installatie Opmerking: Gebruik altijd een roestvrijstalen montagering als de afdekking van de motorventilator van plastic is. 2. Plaats de eenheid met de centreerpen [6] in het midden van de afdekking [3] van de motorventilator. 3. Stel de lengte van de montageklemmen [5] af op kleinere motoren, zoals afbeelding 4 laat zien.
  • Pagina 28 6 Elektrische installatie 6 Elektrische installatie 6.1 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: • GEVAREN VAN APPARATUUR. Roterende assen en elektrische apparaten kunnen gevaarlijk zijn. Alle werkzaamheden aan elektrische apparaten moeten voldoen aan nationale en lokale voorschriften voor elektriciteit. De installatie, het opstarten en het onderhoud moet worden uitgevoerd door geschoold en gekwalificeerd personeel.
  • Pagina 29 6 Elektrische installatie • Het is raadzaam gebruik te maken van kabels met een hoge dichtheid om elektrische storingen te reduceren. • Volg de bedradingseisen van de motorfabrikant. Lekstroom (>3,5 mA) Volg de nationale en lokale voorschriften voor de aardlekbeveiliging van apparatuur met een lekstroom >3,5 mA.
  • Pagina 30 6 Elektrische installatie Tabel 1: Aanbevolen zekeringen en stroomonderbrekers Zekering Stroomonder breker Niet-UL Spanningsbr Bussmann Edison Littelfuse Ferraz- Zekering Shawmut Type T Type gG MCB S200 2.015 JJN-20 TJN (20) JLLN 20 A3T20 S201-C20 2.022 JJN-25 TJN (25) JLLN 25 A3T25 S201-C25 1~ 230 VAC...
  • Pagina 31 6 Elektrische installatie Opmerking: Wanneer een aardlekschakelaar of een foutstroomonderbreker is geselecteerd, moet rekening worden gehouden met de totale lekstroom van alle elektrische apparaten in de installatie. 6.3 Kabeltypen en -classificaties • Alle kabels moeten voldoen aan lokale en nationale regelgeving omtrent de vereiste dwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.
  • Pagina 32 4.015 ÷ 4.220 C2 (*) (*) 0,75 motorkabellengte; neem contact op met Xylem voor meer informatie KENNISGEVING: Er zijn geen externe EMC-filters vereist om Hydrovar te laten voldoen aan de grenswaarden van elke categorie die wordt genoemd in de voorgaande tabel;...
  • Pagina 33 6 Elektrische installatie massa door de isolatie van de signaalkabel te verwijderen en de afgeschermde kabel op massa aan te sluiten, zoals weergegeven in de volgende afbeelding. • De afgeschermde motorkabel moet zo kort mogelijk zijn. Sluit de kabel aan beide kanten aan op massa! HVNG-IOM_FIX-CAVI_A_SC Opmerking:...
  • Pagina 34 6 Elektrische installatie SWITCH SWITCH HVNG-IOM_RFI-SWITCH_A_SC 6.5 Netvoeding en motoraansluitklemmen Schroef de 6 schroeven los en verwijder de plastic afdekking van de Hydrovar om verder te gaan met het aansluiten van de voeding en de motoraansluitklem, zoals wordt beschreven in de volgende alinea's. 6.5.1 Aansluiting op het stroomnet (voeding) 1.
  • Pagina 35 6 Elektrische installatie 3. Sluit de driefasige AC-ingangskabels aan op klem L1, L2 en L3. SWITCH HVNG-IOM_SUPPLY-CABLE-3F_A_SC 4. Aard de kabel conform de bijgeleverde aardingsinstructies. 5. Als een dubbele massa noodzakelijk is, gebruik dan de massa-aansluiting onder het HVNG-IOM_2ND_EARTHPOINT_A_SC koellichaam van de motor. 6.5.2 Aansluiting van de motor WAARSCHUWING: GEÏNDUCEERDE SPANNING.
  • Pagina 36 6 Elektrische installatie • Sluit driefasige motorkabels aan op klem U, V en W. SWITCH HVNG-IOM_MOTOR-SUPPLY_A_SC • Aard de kabel in overeenstemming met de bijgeleverde aardingsinstructies. • Haal de klemmen aan in overeenstemming met de bijgeleverde gegevens. • Volg de bedradingseisen van de motorfabrikant. •...
  • Pagina 37 6 Elektrische installatie COVER_B-SIDE_A_SC Afbeelding 7: Afdekking Sluit de massa van de regelkaart niet aan op andere spanningspotentialen. Alle aardklemmen en de massa van de RS485-aansluiting moeten intern worden verbonden. HVNG-IOM_CONTROL-BOARD_A_SC Afbeelding 8: Stuurkaart 6.6.1 Motorsensoraansluiting Klem X1/7 en X1/8 worden gebruikt om een motorsensor (PTC of thermische schakelaar) aan te sluiten om de eenheid bij een storing stil te zetten;...
  • Pagina 38 6 Elektrische installatie Tabel 6: PTC-klemmen Klemmen Beschrijving X1/7 PTC of ingang thermische schakelaar X1/8 PTC of ingang thermische schakelaar (massa) 6.6.2 Ingang voor basisbewerkingen in geval van nood Klemmen X1/20 en X1/21 worden gebruikt om een externe schakelaar aan te sluiten waardoor de Hydrovar (indien gesloten) handmatig moet worden opgestart totdat de maximale frequentie (vaste snelheid) is bereikt die is ingesteld met par.
  • Pagina 39 6 Elektrische installatie 6.6.4 RS485-verbinding Klem X1/11, X1/12 en X1/13 worden gebruikt voor de communicatie tussen maximaal 8 Hydrovars bij een toepassing met meerdere pompen; er is een speciale afsluitweerstandsschakelaar (BUS1, zie onderstaande afbeelding) beschikbaar gemaakt om een parallelle afsluitweerstand aan deze RS485-poort toe te voegen: als u de weerstand nodig hebt, zet u de BUS1-schakelaar op de ON-stand (AAN).
  • Pagina 40 6 Elektrische installatie Tabel 10: Statusrelais Klemmen Beschrijving Opmerkingen X2/1 Statusrelais 2: NO Statusrelais 2 Maximaal 250 VAC, 0,25 A X2/2 Statusrelais 2: NC Maximaal 220 VDC, 0,25 A X2/3 Statusrelais 2: CC Maximaal 30 VDC, 2 A X2/4 Statusrelais 1: NO Statusrelais 1 Maximaal 250 VAC, 0,25 A X2/5...
  • Pagina 41 6 Elektrische installatie Tabel 12: Relaisklemmen Klemmen Beschrijving Opmerkingen X4/1 Relais 1: NO Maximaal 250 VAC, 0,25 A Maximaal 220 VDC, 0,25 A X4/2 Relais 2: NO Maximaal 30 VDC, 0,25 A X4/3 Relais 3: NO X4/4 Relais 4: NO X4/5 Relais 5: NO X4/6...
  • Pagina 42 7 Bediening 7 Bediening 7.1 Pre-start-procedure ELEKTRISCH GEVAAR: Als de in- en uitgangsverbindingen verkeerd worden aangesloten, kan op deze klemmen hoogspanning komen te staan. Als stroomkabels voor meerdere motoren op een verkeerde manier in dezelfde buis worden geplaatst, kan er een stroomlek ontstaan die condensators binnen de frequentieomvormer laden, zelfs wanneer deze van het stroomnet zijn losgekoppeld.
  • Pagina 43 7 Bediening Te controleren item Beschrijving Gedaan EMC-overwegingen • Controleer op een juiste installatie met het oog op de elektromagnetische compatibiliteit. Omgevingsomstandigheden • Zie het technische label van de apparatuur voor de maximale omgevingsbedrijfstemperatuur. • Vochtigheidsniveaus moeten tussen de 5–95% liggen zonder condensatie. Zekeringen en •...
  • Pagina 44 7 Bediening 7.4 Ontlaadtijd WAARSCHUWING: Schakel de stroom uit en vergrendel de eenheid en wacht de hieronder opgegeven minimale wachttijd af. Als u zich niet aan de opgegeven wachttijd houdt nadat u de stroom hebt uitgeschakeld om onderhoud of reparaties uit te voeren, kan dit resulteren in ernstig of dodelijk letsel.
  • Pagina 45 8 Programmeren 8 Programmeren Mededeling Opmerking: Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing voordat u begint met instellen. Dit is om te voorkomen dat u onjuiste instellingen gebruikt die tot een storing kunnen leiden. Alle wijzigingen moeten door gekwalificeerde technici worden uitgevoerd. 8.1 Beeldscherm en bedieningspaneel HVNG-IOM_BUTTONS_A_SC.DRW 1.
  • Pagina 46 8 Programmeren Functies gekoppeld aan elke drukknop kunnen wijzigen, maar worden op elk moment als referentie weergegeven op de onderste rij van het beeldscherm. 8.3 Softwareparameters Parameters worden gerangschikt in 2 verschillende groepen: • De parameterset die alleen menu's definieert •...
  • Pagina 47 8 Programmeren 8.3.1 M00 HOOFDMENU Menu-onderdelen Dit submenu bevat de volgende softwareparameters: • Startwaarde • Keuze van benodigde waarde • Startwaarde • Taalkeuze • Instellen van datum en tijd • Autom. - start • Bedrijfsuren STARTWAARDE De informatie die op het scherm staat is afhankelijk van de keuze die gemaakt is in parameter 105 MODus;...
  • Pagina 48 8 Programmeren • Huidige waarde: is het ingangssignaal die gegenereerd wordt door de geselecteerde omvormer (ingesteld door menu 400) • Status HV: is de HYDROVAR status (AAN/UIT/STOP) afhankelijk van de handmatige instellingen op drukknoppen en externe contact X1/18-19) • Uitgangsfreq.: huidige frequentie door de omvormer aan de motor geleverd •...
  • Pagina 49 8 Programmeren • bar: is de eenheid die ingesteld is door parameter 405 • Huidige waarde: is het ingangssignaal die door de geselecteerde omvormer gegenereerd wordt (ingesteld door submenu 400), uitgedrukt in de eenheid die ingesteld wordt door parameter 405 •...
  • Pagina 50 8 Programmeren Parameter 03 EFF.GEW.WAARD. toont de huidige benodigde waarde die berekend is op basis van parameter 505 ACT.WRD.VERH., parameter 510 ACT.WRD.VERL. en parameter 330 LIFT INTENSIT.. Als de benodigde waarde beïnvloed wordt door een offset-signaal (ingesteld door submenu 900), dan wordt de huidige benodigde waarde ook in dit venster getoond.
  • Pagina 51 8 Programmeren P08 AUTOM. STARTEN P08 AUTOM. STARTEN Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Als AUTOM. STARTEN = Aan, dan start de HYDROVAR automatisch na een stroomonderbreking. P09 INSCHAKELTIJD P09 BEDRIJFSTIJD 0000h Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct.
  • Pagina 52 8 Programmeren P21 STATUS REGELRS 10100 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts waar (HYDROVAR is voorzien van een extra Premium Card) wordt de status van de 5 relais- schakelcontacten getoond. (waar 1 = actief / 0 = niet actief). P22 SELECTEER RGLR Met deze parameter kan de gebruiker een specifiek apparaat (1-8) in een cascadesysteem selecteren, zodat de huidige status, de motoruren en de laatste fouten die opgetreden...
  • Pagina 53 8 Programmeren P23 STATUS REGELR Gestopt Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts waar de getoonde waarde kan wijzigen volgens de volgende tabel: Getoonde waarde Beschrijving In werking De pomp is actief. Gestopt De pomp is gestopt omdat voor de pomp geen verzoek gedaan is.
  • Pagina 54 8 Programmeren P25 MOT. DRAAIUREN XXXXX h Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Voor meer informatie over het resetten van de teller, zie parameter 1130 MOTORH. WISSEN P26 t/m P30: FOUT geheugen Deze parameters bevatten de gegevens van het foutengeheugen. Alle fouten worden opgeslagen en in deze parameters getoond.
  • Pagina 55 8 Programmeren P41 PROD.DATUM Toont de productiedatum van de besturingskaart; de weergaveindeling is JJJJWW (jaar, week). P41 PROD.DATUM 20YYWW Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts P42 SEL.OMVORMER Selecteer de gewenste omvormer (1-8). P42 SEL.OMVORMER Werkelijke waarde Uitvoerfreq.
  • Pagina 56 8 Programmeren P45 VOLT.OMVORMER XXX V Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts P46 UITGANGSFREQ. Toont de uitgangfrequetie (Hz) voor de geselecteerde (d.m.v. parameter 42) omvormer. P46 UITGANGSFREQ. X.XX Hz Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct.
  • Pagina 57 8 Programmeren P61 WACHTWOORD XXXX Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Na het invullen van het juiste wachtwoord blijft het systeem 10 minuten onvergrendeld. Let bij deze parameter op dat, eenmaal in de wijzigingsstand (door het indrukken van de betreffende drukknop), de gebruiker de nieuwe waarde kan bevestigen door de rechter (►) drukknop 3 seconden ingedrukt te houden.
  • Pagina 58 8 Programmeren MODus Bedienbare apparaten Regelaar 1 Hydrovar (standaard) Cascaderelais 1 Hydrovar en Premium Card Cascadeserie Meer dan één pomp Synchrone cascade Alle pompen werken op dezelfde frequentie Aandrijving 1 Hydrovar De stand Aandrijving wordt gebruikt als de HYDROVAR een standaard VFD is met: •...
  • Pagina 59 8 Programmeren Instelling Beschrijving Alle parameters in het hoofdmenu kunnen gewijzigd worden. P120 DISPL CONTRAST Pas het contrast van de beeldweergave aan (10 - 100%) P120 DISPL CONTRAST 75 % Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts P125 BEELDSCH.HELDER.
  • Pagina 60 8 Programmeren 8.3.6 M200 CONF.OMVORMER MENU-ONDERDELEN Dit submenu bevat de volgende softwareparameters: • Software • Aantal apparaten • Aanloopinstellingen • Motorinstellingen • Frequentieinstellingen • STC-beveiliging P202 SOFTWARE Toont informatie over de softwareversie van de besturingskaart. P202 SOFTWARE 1,00 Werkelijke waarde Uitvoerfreq.
  • Pagina 61 8 Programmeren Instelling Beschrijving Alles Alle apparaten in de groep zijn op hetzelfde moment geprogrammeerd; in alle gevallen worden alle nieuwe instellingen naar alle apparaten gekopieerd. 1– 8 Wordt gebruikt als één specifiek apparaat geprogrammeerd is. Selecteer dat apparaat (1– 8). P215 HELLING 1 Opmerking: •...
  • Pagina 62 8 Programmeren Mogelijke instelling (sec) Standaardinstelling (sec) 2.015 ÷ 2.040 1–250 3,015 ÷ 3,040 4.015 ÷ 4.040 3,055 ÷ 3,110 1–1000 4.055 ÷ 4.110 4.150 ÷ 4.220 1–1000 Voor meer informatie, zie Voorbeeld: P200 Hellinginstellingen (pagina 104). P225 HELLING 3 Opmerking: •...
  • Pagina 63 8 Programmeren de acceleratietijd (standaardwaarde 70 sec, mogelijke instelling 1–1000 sec) hangt af van het systeem dat bediend moet worden. Voor meer informatie, zie Voorbeeld: P200 Hellinginstellingen (pagina 104). P235 HELLING FMIN A Opmerking: Een te snelle acceleratietijd kan tijdens het starten fouten (overbelasting) veroorzaken P235 HELLING FMIN A 2,0 sec Werkelijke waarde...
  • Pagina 64 8 Programmeren P250 MINIMALE FREQ. Opmerking: De minimale frequentie hangt af van het geselecteerde type pomp en de toepassing. Vooral voor boorgattoepassingen moet de minimale frequentie worden ingesteld op ≥ 30 Hz*. P250 MINIMALE FREQ. 20,0 Hz Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct.
  • Pagina 65 8 Programmeren P260 F MIN TIJD 0 sec Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Deze parameter kan gebruikt worden om mogelijke problemen met het stoppen van de pomp te voorkomen wanneer er geen of weinig vraag is (geen druktank of voordruk in de tank verkeerd ingesteld).
  • Pagina 66 8 Programmeren 2x kleinere motor 1x kleinere motor Standaard Te zware motor 3,015 0,75 kW - 1,0 pk 1,1 kW - 1,5 pk 1,5 kW - 2,0 pk 2,2 kW - 3,0 pk 3,022 1,1 kW - 1,5 pk 1,5 kW - 2,0 pk 2,2 kW - 3,0 pk 3,0 kW - 4,0 pk 3,030...
  • Pagina 67 8 Programmeren P268 NOM. STR.ST. MOTOR Dit stelt de nominale stroom van de motor in, zoals vermeld op het gegevensplaatje van de motor, • de gekozen motor aansluiting (ster of driehoek) • de gekozen aansluitspanning overeenkomstig met de HYDROVAR P268 NOM STROOM MOT 7,5 A Werkelijke waarde Uitvoerfreq.
  • Pagina 68 8 Programmeren P275 AMPI Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Na het activeren van de AMPI procedure (wanneer de optie "Volledig" of "Gereduceerd" geselecteerd is), duurt het tot wel 3 minuten voordat de motor geïdentificeerd is: gedurende deze tijd voorkomt de HYDROVAR dat de gebruiker iets kan doen (de melding "Actief"...
  • Pagina 69 8 Programmeren Standaardinstelling (%) 2.015 ÷ 2.040 3,015 ÷ 3,040 4.015 ÷ 4.040 3,055 ÷ 3,110 4.055 ÷ 4.110 4.150 ÷ 4.220 P282 KNIE FREQ. Opmerking: Deze parameter mag alleen voor speciale toepassingen gebruikt worden. Een onjuiste instelling kan overbelasting van of schade aan de motor veroorzaken. P282 KNIE FREQ.
  • Pagina 70 8 Programmeren Mogelijke instelling Standaard 3,030 Willekeurig 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz ~5 kHz 3,040 Willekeurig 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz ~5 kHz 3,055 Willekeurig 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz ~5 kHz...
  • Pagina 71 8 Programmeren Standaard 3,022 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz 3,030 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz 3,040 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz 3,055 2 kHz 5 kHz 8 kHz 10 kHz 16 kHz...
  • Pagina 72 8 Programmeren P295 MOTOR REDUCTIE Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts P296 STR.ST.LIM. INST. Deze parameter (standaardwaarde 110%, mogelijke instelling 10–300%) stelt de stroomlimiet voor de motor in (in % van nominale motorstroom) Als de instelwaarde hoger is dan de HYDROVAR maximaal kan leveren, dan blijft de stroom nog steeds beperkt tot de stroom die de hydrovar maximaal kan leveren.
  • Pagina 73 8 Programmeren P310 VENSTER P310 VENSTER 10 % Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Deze parameter (standaardwaarde 10%, mogelijke instelling 0-100%) stelt het bereik in waarbij de snelle hellingshoeken overgaan naar de langzame hellingshoeken. P315 HYSTERESE Deze parameter (standaardwaarde 80%, mogelijke instelling 0-100%) stelt de hysterese in waarbij de langzame hellingshoeken overgaan naar de snelle hellingshoeken.
  • Pagina 74 8 Programmeren P325 FREQUENT. LIFT 30,0 Hz Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts De juiste frequentie is wanneer de pomp de ingestelde druk zonder debiet bereikt. Dit kan worden bepaald met behulp van P305 JOG. P330 LIFT INTENSIT.
  • Pagina 75 8 Programmeren P410 CONF.SENSOR Dit stelt in hoe de aangesloten sensoren gebruikt worden en welke sensor actief is. Het is tevens mogelijk om het verschil tussen de twee aangesloten sensoren te meten of om een automatische overschakeling te configureren in het geval dat een sensor defect raakt.
  • Pagina 76 8 Programmeren Tabel 14: Selectie van het type sensor en de aansluiting voor de ingang Instelling Aansluitingen voor de ingang Werkelijke waarde • analoog l 4-20mA • X1/2: Op basis van aangesloten stroomsignaal • analoog l 0-20mA Sensor 1 • X1/5: Sensor 2 analoog U 0-10V •...
  • Pagina 77 8 Programmeren P430 SENS. 1 CAL. 0 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Na het instellen van P405 MAATEENHEID en P420 SENSOR BEREIK kan het nulpunt voor deze sensor worden aangepast tussen -10 % en +10 %. P435 SENS.1 CAL.X Deze parameter wordt gebruikt voor het kalibreren van de maximale waarde van Sensor P435 SENS.
  • Pagina 78 8 Programmeren • Feitelijke waarde (verhogen, verlagen) • Frequentie (inschakelen, uitschakelen, dalen) • Vertraging (inschakelen, schakelen, uitschakelen) • Maximale druk • Vertraging maximale druk • Intervallen schakelen • Limiet en venster synchrone frequentie Voor een voorbeeld en meer informatie, zie P500 Voorbeeld: P500 SUBMENU SEQUENTIE REGELING (pagina 106).
  • Pagina 79 8 Programmeren P520 VRIJGV. VERTR. 5 sec Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts De parameter stelt de vertragingstijd in voor het inschakelen: de pompen met de vaste snelheid starten na de geselecteerde tijd. P525 VERTR. SCH. Deze parameter geldt alleen voor cascaderelais! P525 WISSELVERTR.
  • Pagina 80 8 Programmeren P540 DROP FREQUENT. 42 Hz Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts De parameter wordt gebruikt om te voorkomen dat er waterslag ontstaat. Voordat de MASTER een nieuwe pomp met vaste snelheid start, daalt de waarde tot deze frequentie waarna (wanneer de frequentie bereikt is) de pomp met vaste snelheid gestart wordt;...
  • Pagina 81 8 Programmeren Voor informatie over het vinden van de juiste instelling, zie Voorbeeld: P500 SUBMENU SEQUENTIE REGELING (pagina 106). P560 SYNCHR.LIM. Deze parameter geldt alleen voor cascade synchroon! P560 SYNCHR LIMIET 0,0 Hz Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct.
  • Pagina 82 8 Programmeren P610 VERTR.TIJD Opmerking: De functie voor de minimale grenswaarde is ook actief tijdens het opstarten van de pomp. Daarom moet de vertragingstijd langer worden ingesteld dan de tijd die nodig is voor het opstarten van de pomp en het vullen van het systeem. P610 GRENSWRD VERTR 2 sec Werkelijke waarde...
  • Pagina 83 8 Programmeren Dit selecteert de eerste analoge uitgang, die aangesloten is op aansluiting X3/3-4 op de Premium Card (analoge uitgang 0 – 10 V = 0 - 100%). P710 ANALOOG UIT.2 P710 ANALOOG UIT.2 Huidige waarde Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct.
  • Pagina 84 8 Programmeren Instelling Beschrijving Actie als status = JA In werking De motor is actief. Relais 2: X2/ 1 - 3 gesloten Fouten Een fout wordt aangegeven op Relais 2: X2/ 2 - 3 gesloten HYDROVAR (inclusief stroomstoring). Warnings Een waarschuwing wordt aangegeven Relais 2: X2/ 2 - 3 gesloten in de HYDROVAR Stand-by...
  • Pagina 85 8 Programmeren P810 C. GEW. WRDE 2 P810 C. GEW. WRDE 2 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit configureert de gewenste waarde 2. Mogelijke instellingen zijn: Instelling Beschrijving Aansluitingen (Premium Card) Gewenste waarde 2 niet gebruikt. Digitaal De geprogrammeerde waarde 2 wordt gebruikt.
  • Pagina 86 8 Programmeren Stelt de digitaal vereiste waarde 1 in bar in (mogelijke instelling 0.0 - P420 SENSOR BEREIK). De waarde is actief in alle modi behalve actuator, als het volgende geldt: • P805 C. GEW. WRDE 1 staat op Digitaal. •...
  • Pagina 87 8 Programmeren De geselecteerde frequentie is alleen actief in de stand actuator en als het volgende geldt: • P810 C. GEW. WRDE 2 staat op Digitaal • P815 SW.VERZ.WRD. staat op Setpoint 2 of de AANDRIJFFREQUENTIE 2 is geselecteerd via digitale invoer (gesloten). 8.3.13 M900 Offset Menu-onderdelen Dit submenu bevat de volgende softwareparameters:...
  • Pagina 88 8 Programmeren P907 AFWIJK.BEREIK P907 OFFSET RANGE Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit stelt de weergave van het sensorbereik in: de waarde hangt af van het maximumbereik van de aangesloten offset sensor. Een hoger bereik voor de offset geeft een hogere resolutie van het ingangssignaal.
  • Pagina 89 8 Programmeren P915 NIVEAU 2 P915 NIVEAU 2 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit selecteert de tweede limiet waar de functie Offset 2 actief begint te worden. Voor een voorbeeld van de functie offset en meer informatie, zie Voorbeeld: P900 SUBMENU OFFSET (pagina 107).
  • Pagina 90 8 Programmeren P1005 PROEFDRAAI P1005 TEST RUN na 100 uur Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Bestuurt de automatische testrun, die de pomp start na de laatste stop, om te voorkomen dat de pomp blokkeert (mogelijke instellingen zijn "Uit" of "After 100 hours" [Na 100 uur]. Automatisch proefdraaien is alleen actief als de volgende situaties beide optreden: •...
  • Pagina 91 8 Programmeren P1025 GESEL.APP. P1025 SEL. APPARAAT * 1 * Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit selecteert de omvormer voor het handmatig proefdraaien. P1030 PROEFDRAAI HANDM. P1030 PROEFDRAAI HANDM. Druk > 3 sec... Werkelijke waarde Uitvoerfreq.
  • Pagina 92 8 Programmeren P1120 WACHTWOORD 2 P1120 WACHTWOORD 2 0000 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Vul het systeemwachtwoord in waarmee u toegang krijgt tot de fabrieksinstellingen. Let bij deze parameter op dat, eenmaal in de wijzigingsstand (door het indrukken van de betreffende drukknop), de gebruiker de nieuwe waarde kan bevestigen door de rechter (►) drukknop 3 seconden ingedrukt te houden.
  • Pagina 93 8 Programmeren Let bij deze parameter op dat, eenmaal in de wijzigingsstand (door het indrukken van de betreffende drukknop), de gebruiker de nieuwe waarde kan bevestigen door de rechter (►) drukknop 3 seconden ingedrukt te houden. P1140 KWU CNT. WISSEN P1140 KWHTELLR RESET ALLE Werkelijke waarde...
  • Pagina 94 8 Programmeren P1210 BAUDFREQ. P1210 BAUD RATE 9600 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Stel de BAUDFREQ. in voor de gebruikersinterface. Mogelijke instellingen zijn: • 1200 • 2400 • 4800 • 9600 • 14400 • 19200 •...
  • Pagina 95 8 Programmeren P1221 BACNET APP. ID P1221 BACNET DEV. ID 84001 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit stelt Bacnet Device Object ID in P1225 SSID-NUMMER P1225 SSID NUMBER 01234567 Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct.
  • Pagina 96 8 Programmeren P1301 TAAL P1301 TAAL Nederlands Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Deze parameter selecteert de weergavetaal. P1302 NOM. VERM. MOTOR P1302 NOM VERMOG MOT 1,5 kW Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct.
  • Pagina 97 8 Programmeren P1305 NOM. STR.ST. MOTOR P1305 NOM STROOM MOT 7,5 A Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Dit stelt de nominale stroom van de motor in, zoals vermeld op het gegevensplaatje van de motor, •...
  • Pagina 98 8 Programmeren P1309 MODus P1309 MODUS Regelaar Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Deze parameter selecteert in welke bedieningsstand de motor gezet moet worden. Voor mogelijke instelling, zie P105 MODus (pagina 55). P1310 POMPADRES P1310 POMPADRES Werkelijke waarde Uitvoerfreq.
  • Pagina 99 8 Programmeren P1312 MAATEENHEID Selectie van de toe te passen eenheid. P1312 MAATEENHEID Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts P405 MAATEENHEID (pagina 72) voor meer informatie P1313 OPSTARTEN VOLTOOID? P1313 OPSTARTEN VOLTOOID? Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct.
  • Pagina 100 8 Programmeren P1316 STARTWAARDE P1316 STARTWAARDE 100 % Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Stel met deze parameter de maximale waarde in van het bereik van de aangesloten sensor (20 mA of 10 V). Voorals de eindreeks. Deze parameter definieert, in percentage (0-100%) van de benodigde waarde (P1314 GEWENST WAARDE), de startwaarde nadat de pomp gestopt is.
  • Pagina 101 8 Programmeren P1320 TIJD P1320 TIJD UU.MM Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct. boven fct. onder fct. rechts Met behulp van deze parameter kan de huidige tijd worden ingesteld P1321 AUTOM. STARTEN P1321 AUTOM. STARTEN Werkelijke waarde Uitvoerfreq. fct. links fct.
  • Pagina 102 9 Onderhoud 9 Onderhoud 9.1 Algemeen ELEKTRISCH GEVAAR: Koppel van het systeem de stroomtoevoer af en wacht minstens 5 minuten voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden aan of in het apparaat gaat verrichten (de condensatoren in het tussenliggende circuit worden ontladen door de ontlaadweerstanden in het apparaat).
  • Pagina 103 10 Storingen verhelpen 10 Storingen verhelpen Voorzorgsmaatregel Opmerking: • Koppel het apparaat altijd eerst los van de stroomvoorziening voordat u installatie- of onderhoudswerkzaamheden verricht. Waarschuwingen en foutmeldingen • Waarschuwingen en foutmeldingen worden weergegeven op het scherm en/of aangegeven via het rode ledlampje. •...
  • Pagina 104 10 Storingen verhelpen Fout Oorzaak Controleer de volgende zaken: Stroomlimiet overschreden - • Is de parameter P215/P220 RAMP 1/RAMP 2 te OVERBELASTING motorstroom te hoog (langzame kort en P265 BOOST te laag? FOUT 12 stijging gedetecteerd). • Zijn alle kabels en aansluitingen in orde? •...
  • Pagina 105 10 Storingen verhelpen Fout Oorzaak Controleer de volgende zaken: Het sensorsignaal op de • Het feitelijke waarde-signaal afkomstig van de FOUTSENSOR 2, ACT. aansluitingen X3/4 is minder sensor is onjuist. VAL. SENSOR 2 dan 4 mA dat een actieve sensor •...
  • Pagina 106 11 Technische verwijzingen 11 Technische verwijzingen 11.1 Voorbeeld: P105 AANDRIJVING modus Afbeelding f [Hz] fmax (0255)f->fmin (0255)f->0 fmin 0Vdc 10Vdc 20mA 20mA Positienummers 1. Signaalbereik * (f ) + nulpunt 2. Besturingsbereik 11.2 Voorbeeld: P200 Hellinginstellingen Afbeelding H [bar] t [s] Positienummers 1.
  • Pagina 107 11 Technische verwijzingen 3. P310 VENSTER in % of P02 VEREISTE VAL. 4. P260 FMIN TIJDFMIN TIJD 5. P250 MIN.FREQ. 6. Huidige waarde 7. Uitgangsfreq. Beschrijving RA:HELLINGSHOEK FMIN A RD: HELLINGSHOEK FMIN D R1: HELLINGSHOEK 1 - snelheid aanloop snelle toename R2: HELLINGSHOEK 2 - snelheid aanloop snelle afname R3: HELLINGSHOEK 3 - snelheid aanloop langzame toename R4: HELLINGSHOEK 4 - snelheid aanloop langzame afname...
  • Pagina 108 11 Technische verwijzingen Afbeelding Positienummers f = 100 % 1. De druk bij een vraag van nul (alle kleppen gesloten). 2. De druk plus hijshoeveelheid ter compensatie van frictieverliezen in het systeem. 11.4 Voorbeeld: P500 SUBMENU SEQUENTIE REGELING Afbeelding Calculatieproces voor de wijze van schakelen 1.
  • Pagina 109 11 Technische verwijzingen Calculaties van de nieuwe gewenste waarde voor toepassingen met meerdere pompen k..aantal actieve pompen (k > 1) p = p + (k–1) * (P505 ACT.VAL.INC - P510 ACT.VAL.DEC) • P505 ACT.VAL.INC = P510 ACT.VAL.DEC → Druk constant, onafhankelijk van hoeveel pompen in werking zijn.
  • Pagina 110 11 Technische verwijzingen Afbeelding Zie onderstaande afbeelding voor meer informatie. 12m³/h 5m³/h 2m³/h Positienummers 1. NIVEAU 1 2. NIVEAU 2 3. OFFSET X1 4. OFFSET X2 5. OFFSET Y1 6. OFFSET Y2 HVL 2.015-4.220 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
  • Pagina 111 11 Technische verwijzingen 11.6 Programma stroomschema's Submenu 0 – 40 Submenu 0–40 Naam voorbeeld instellingen MAIN HOME START Huidige waarde GEWENST WAARDE 3,5 bar EFF.GEW.WAARD. 3,5 bar STARTWAARDE TAAL Nederlands DATUM xx.xx.20xx TIJD xx:xx AUTOM. STARTEN INSCHAKELTIJD xxxxx:xx STATUS STATUS REGELRS 00000000 SELECTEER RGLR * 1 *...
  • Pagina 112 11 Technische verwijzingen Submenu 60 – 300 Submenu 60–300 Naam voorbeeld instellingen INSTELLINGEN WACHTWOORD 0000 xx.x Hz 3,5 bar BASISINST. MODus Regelaar POMPADRES WACHTWRD INST. 0066 VERGRENDELEN DISPL CONTRAST 75 % BEELDSCH.HELDER. 100 % CONF.OMVORMER 210 215 SOFTWARE HV V01.4 240 245 MAX.EENH.
  • Pagina 113 11 Technische verwijzingen Submenu 60–300 Naam voorbeeld instellingen VENSTER 10 % HYSTERESE 80 % REG.MODUS Normaal FRQ.HIJSEN 30,0 Hz LIFT INTENSIT. 0,0 % Submenu 400 – 500 Submenu 400–500 Naam voorbeeld instellingen SENSOR 415 420 MAATEENHEID CONF.SENSOR Sensor 1 TYPE SENSOR analoog l 4-20mA SENSOR BEREIK 10,00 bar...
  • Pagina 114 11 Technische verwijzingen Submenu 600 – 1200 Submenu 600–1200 Naam voorbeeld instellingen FOUT MIN. GRENSWRDE Uitgeschakeld VERTR.TIJD 2 sec RESET FOUT UITGANGEN ANALOOG UIT.1 Uitgangsfreq. ANALOOG UIT.2 Huidige waarde CONF.REL.1 In werking CONF.REL.2 Fouten VEREISTE WAARDEN C. GEW. WRDE 1 Digitaal C.
  • Pagina 115 11 Technische verwijzingen Submenu 1300 Submenu 1300 Naam voorbeeld instellingen 1300 OPSTARTEN 1300 1301 1302 1303 1304 1305 1301 TAAL Nederlands 1302 NOM. VERM. MOTOR 1303 NOM. SP. MOTOR 1306 1307 1308 1309 1310 1304 VOORINST. MOTOR? 1305 NOM. STR.ST. MOTOR 1311 1312 1313...
  • Pagina 116 Ga voor meer informatie over hoe Xylem u kan helpen naar xyleminc.com. Xylem Service Italia S.r.l. Bezoek onze website voor de nieuwste versie van dit...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydrovar hvl 4.220