Gebruik van [Afst. Bedien.] met een rechtstreekse
verbinding
Ga verder met stap 2 als uw Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht is via [Directe verbinding] in [Wi-Fi
setup]
(l
147).
1
Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak [Afst. Bedien.] aan.
≥ Deze zal in verbindingstand-by gaan voor werking op afstand.
2
Start de toepassing "Image App" van de smartphone.
≥ (Als [Directe verbinding wachtwoord] op [UIT] gezet is)
Als het de eerste keer is dat de smartphone zich met dit toestel in verbinding stelt, zal een bericht
op het scherm van dit toestel weergegeven worden. Raak [JA] aan.
≥ Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, worden de beelden van dit toestel op het scherm
van de smartphone weergegeven.
Verlaten van [Afst. Bedien.]:
Raak [STOP] aan of druk op de Wi-Fi-knop.
bericht wordt weergegeven.
≥ Het
≥ De volgende handelingen stellen u in staat tot tien smartphones te registreren. Als het aantal de
tien overschrijdt, zal de smartphone-informatie met de oudste registratiedatum en -tijd gewist
worden.
j [Directe verbinding wachtwoord] op [UIT] zetten en dit toestel en een smartphone rechtstreeks
met elkaar verbinden.
Gebruik van [Afst. Bedien.] met een verbinding met
een draadloos toegangspunt
1
Breng de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt
tot stand.
2
Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak [Afst. Bedien.] aan.
≥ Deze zal in verbindingstand-by gaan voor werking op afstand.
3
Start de toepassing "Image App" van de smartphone.
≥ Als de verbinding volledig tot stand gekomen is, worden de beelden van dit toestel op het scherm
van de smartphone weergegeven.
Verlaten van [Afst. Bedien.]:
Raak [STOP] aan of druk op de Wi-Fi-knop.
bericht wordt weergegeven.
≥ Het
≥ De volgende handelingen stellen u in staat tot tien smartphones te registreren. Als het aantal de
tien overschrijdt, zal de smartphone-informatie met de oudste registratiedatum en -tijd gewist
worden.
j [Directe verbinding wachtwoord] op [UIT] zetten en dit toestel en een smartphone rechtstreeks
met elkaar verbinden.
Raak [JA] aan om de aanduiding te sluiten.
Raak [JA] aan om de aanduiding te sluiten.
- 132 -