4.6
Monteren cv-pomp (optional)
( hoofdstuk 12.1, pagina 34)
Of de installatie van een cv-pomp noodzakelijk is, hangt af van de confi-
guratie van de cv-installatie en hoogte van de installatieweerstand.
▶ Selecteer de cv-pomp op basis van het vereiste debiet en drukverlies.
▶ Bypass [1] tussen aanvoer [2] en retour [3] monteren
( afb. 7)monteren om cv-pomp hydraulisch van het cv-circuit ont-
koppelen. Let bij de montage op de voorgeschreven afmetingen en
afstanden ( tab. 4).
Afmetingen/afstanden Eenheid
Buitendiameter D
mm
Minimale bypass-lengte L
• Rechte uitvoering A
mm
• U-vorm uitvoering B
mm
Maximale afstand tussen
m
bypass en binnenunit
Tabel 4 Leidingdiameter en bypass-lengte
1
2
3
Afb. 7
Binnenunit met cv-circuit en bypass
[1]
Bypass
[2]
Aanvoer
[3]
Retour
Afb. 8
Bypass detailaanzicht
[L]
Minimale bypass-lengte
[D]
Doorlaat
Compress Hybrid 3000i AW – 6721835856 (2021/05)
Waarde
≥ 22
≥ 200
≥ 100
1 – 2
T
T
0010031565-001
Afb. 9
Bypass
[A]
Bypass rechte uitvoering
[B]
Bypass U-vorm uitvoering (totale lengte inclusief de bocht)
4.7
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
In bepaalde landen is in de vloerverwarming een veiligheidstempera-
tuurbegrenzer voorgeschreven.
▶ Houd de nationale voorschriften aan.
▶ Aansluiting uitvoeren conform hoofdstuk 6.8.7.
4.8
Hydraulische leidingen isoleren
Isoleer leidingen binnen het gebouw
VOORZICHTIG
Risico op brandwonden!
Het aanraken van niet geïsoleerde leidingen kan brandwonden op de
huid veroorzaken.
▶ Alle warmtetransporterende leidingen met een geschikte warmte-
isolatie conform de geldende voorschriften isoleren.
Isoleer leidingen buiten het gebouw
OPMERKING
Materiële schade door vorst!
Bij stroomuitval kan het water in de hydraulische leidingen bevriezen.
▶ Buiten een minimaal 19 mm dikke isolatie voor de leidingen gebrui-
ken.
▶ In gebouwen een minimaal 12 mm dikke isolatie voor de leidingen ge-
bruiken.
Leidingen in de binnenunit isoleren
Indien de cv-installatie gebruikt wordt voor koeling beneden het dauw-
punt (niet aanbevolen):
▶ Isoleer alle aansluitingen en leidingen dampdicht, om condensatie te
voorkomen.
Installatievoorbereiding
9