Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische aansluiting
Eventueel schakelen van het cv-toestel is normaal. Er kan een buffervat
worden geïnstalleerd wanneer er vanwege te korte looptijden problemen
ontstaan bij de externe bijverwarming.
▶ Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van de exter-
ne bijverwarming.
6.7.2
Alarmsignaal voor externe bijverwarming aansluiten
De aansluiting van het alarmsignaal is ervan afhankelijk, of de externe bij-
verwarming een 230 V-alarmuitgang heeft of niet.
Wanneer de externe bijverwarming over een 230 V-alarmuitgang be-
schikt:
▶ Brug tussen klem 61 en 64 verwijderen
( hoofdstuk 12.2, pagina 38).
▶ 230 V-alarmsignaal (AC) conform afb. 29 op installatiemodule op
klem FM0 aansluiten ( hoofdstuk 12.2, pagina 38 [26]).
FM0
~230V
Afb. 29 Aansluiting voor externe bijverwarming met 230 V-alarmuit-
gang
Wanneer de externe bijverwarming niet over een 230 V-alarmuitgang be-
schikt:
▶ Alarmsignaal afb. 30op installatiemodule op klem FM0 aansluiten.
FM0
64
10V, 12V, 24V, 110V ...
Afb. 30 Aansluiting voor externe bijverwarming zonder 230 V-alarmuit-
gang
6.7.3
Magneetventiel voor de externe bijverwarming met debiet-
regeling
Bij gebruik van een externe bijverwarming met debietbewaking (hoofd-
zakelijk wandhangende gastoestellen met gering watervolume) moet in
de aanvoerleiding naar de externe bijverwarmings een magneetventiel
worden geïnstalleerd.
Het magneetventiel wordt zodanig geïnstalleerd, dat:
• de start van de cv-pomp van het cv-toestel het ventiel opent
• het stoppen van de circulatiepomp van het cv-toestel het ventiel sluit
Afhankelijk van de gevoeligheid van de debietregeling kan ook een snel
motorventiel worden gebruikt voor het verlagen van het geluidsniveau.
Bij toestellen zonder debietregeling (zoals bijvoorbeeld de meeste klas-
sieke gaswandtoestellen die op de grond staan) is deze functie niet ver-
eist.
22
64
0010030935-002
61
0010030936-002
6.8
Accessoires
6.8.1
EMS BUS
EMS-BUS voor accessoire
Voor accessoires die op de EMS-BUS worden aangesloten geldt het vol-
gende (zie ook installatie-instructie van de betreffende accessoires):
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze
onderling een minimale afstand van 100 mm hebben.
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze in
serie of stervormig worden aangesloten.
▶ Gebruik kabel met een minimale doorsnede van 0,5 mm
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) afgeschermde kabel gebruiken. Aard daarbij de afscher-
ming aan slechts één zijde aan de behuizing.
▶ Sluit de kabel op de installatiemodule op klem EMS-BUS aan.
Wanneer op de EMS-klem al een component is aangesloten, de aanslui-
ting conform afb. 31 op dezelfde klem parallel uitvoeren.
Afb. 31 EMS-aansluiting op installatiemodule
Compress Hybrid 3000i AW – 6721835856 (2021/05)
2
.
0010012105-002
Advertenties
Inhoudsopgave
