Elektrische aansluiting
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
▶ Sluit EMS-BUS-eenheden niet op CAN-BUS-eenheden aan.
De voedingsspanning van het toestel moet op een veilige wijze kunnen
worden onderbroken.
▶ Een afzonderlijke veiligheidsschakelaar installeren, die de binnenunit
compleet spanningsloos schakelt.
▶ Bij een gescheiden voeding is voor elke voedingskabel een afzonder-
lijke veiligheidsschakelaar nodig.
▶ Indien een vast toestel niet met een netkabel en een stekker of andere
middelen voor het uitschakelen van de netvoeding is uitgerust, die op
elke pool een contactopeningsbreedte conform de voorwaarden van
de ovespanningscategorie III voor volledige scheiding hebben:
passende scheidingsinrichting in de vast geïnstalleerde elektrische
installatie inbouwen conform de geldende bepalingen.
▶ Gebruik aderdiameters en kabeltypen conform de betreffende zeke-
ringen en de installatiewijze.
▶ Monteer de meegeleverde aansluitklemmen op de installatieprint-
kaart.
▶ Eenheid aansluiten conform het aansluitschema. Er mogen geen an-
dere verbruikers worden aangesloten.
▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering aanhouden.
Gebruik voor het verlengen van de temperatuursensorkabels de volgen-
de aderdiameters:
• tot 20 m kabellengte: 0,75 bis 1,50 mm
• tot 30 m kabellengte: 1,0 bis 1,50 mm
6.3
Uitvoeren netaansluiting
Standaard is een 2,5 m lange netkabel van het type H05V2V2 F,
2
3 x 1,5 mm
op de klem netaansluiting ( afb. 26) aangesloten.
Als alternatief kan een eigen aansluiting met passende kabel worden uit-
gevoerd.
▶ Afdekkap afnemen ( hoofdstuk 5.3.1, pagina 10).
▶ Installeer de aansluitkabel door de kabeldoorvoer [2] in het toestel.
▶ Breng een vaste netaansluiting tot stand volgens de plaatselijke voor-
schriften.
▶ Netaansluiting via de klem netaansluiting ( afb. 26, [2]) op de hou-
derplaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door verkeerd aangesloten elektrische kabels!
De kabels N en L mogen in geen geval worden verwisseld.
▶ Correcte klemverbinding uitvoeren.
▶ Klemverbinding vast aantrekken.
▶ Geen tussenstekkers (steekverbindingen) gebruikt.
▶ Let op de juiste instelling van de potentiometer voor hybride toepas-
sing (P=3 en A=0) conform afb. 26, [1]. Eventueel de aanwijspijl
met een schroevendraaier in de betreffende positie draaien.
20
2
2
N N
L
L
Afb. 26 Uitvoeren netaansluiting en stuurleiding bijverwarming aanslui-
ten
[1]
Draaischakelaar
[2]
Aansluitklem netaansluiting
[3]
Trekontlasting
[4]
Aansluitklem stuurkabel externe bijverwarming (potentiaalvrij)
[5]
Trekontlasting
6.4
CAN-BUS
OPMERKING
Door verwisseling van de 12 Volt- en de CAN-BUS-aansluitingen ont-
staat schade aan het systeem!
De overdrachtscircuits zijn niet geschikt voor een constante spanning
van 12 V.
▶ Waarborg dat de kabels op de contacten met de overeenkomende
markering op de modules worden aangesloten.
Op de CAN-BUS aan te sluiten toebehoren, bijvoorbeeld vermogenscon-
trole, wordt op de installatiemodule in de binnenunit parallel aan de
CAN-BUS-aansluiting voor de buitenunit aangesloten. Accessoire kan
ook in serie met andere op de CAN-BUS aangesloten eenheden worden
aangesloten.
Binnen- en buitenunit worden via een communicatiekabel, de CAN-BUS,
met elkaar verbonden.
Compress Hybrid 3000i AW – 6721835856 (2021/05)
1
2
3
4
5
0010031534-003