5.6
Buitentemperatuursensor monteren
Wanneer de lengte van de kabel van de temperatuursensor buiten meer
dan 15 m is:
▶ Gebruik afgeschermde kabel.
Een buiten geïnstalleerde temperatuursensorkabel moet minimaal aan
de volgende eisen voldoen:
2
• Kabeldiameter: 0,5 mm
• Weerstand: max. 50 Ohm/km
• Aantal aders: 2
• Maximale lengte: 50 m
▶ Monteer de sensor aan de koudste zijde van het huis (normaal ge-
sproken de noordzijde).
– Bescherm de sensor tegen direct zonlicht, trek enzovoort
– Monteer de sensor niet direct onder het dak.
Afb. 22 Plaatsing van de buitentemperatuursensor
Compress Hybrid 3000i AW – 6721835856 (2021/05)
5.7
5.7.1
De installatie van de aanvoertemperatuursensor T0 is afhankelijk van de
uitvoering van de cv-installatie.
Als de cv-installatie zonder buffervat op open verdeler wordt uitgevoerd,
zijn geen verdere maatregelen nodig, omdat de aanvoertemperatuursen-
sor al in de binnenunit is ingebouwd.
Als een buffervat in de cv-installatie aanwezig is:
▶ Installeer de aanvoertemperatuursensor T0 bij het buffervat.
▶ Elektrische aansluiting ( hoofdstuk 6.8.2).
Montage achter de bypass of op het buffervat
Wanneer de aanvoertemperatuursensor buiten de binnenunit op het buf-
fervat of achter de bypass wordt gemonteerd, moet deze uit de binnen-
unit worden gedemonteerd en eventueel met een passende verlengkabel
(H03VV-F 2 x 0,5 mm
( hoofdstuk 6.8.2).
5.7.2
Met de regelaar kan in de fabrieksinstelling een ongemengde groep gere-
geld worden.
Wanneer meerdere cv-groepen moeten worden geïnstalleerd, is voor
elke cv-groep een cv-circuitmodule nodig.
N
▶ CV-circuitmodule, mengmodule cv-pomp en overige componenten
NW
NE
E
W
▶ Voor de installatie en instellingen van de componenten de bijbeho-
SE
SW
S
▶ Elektrische aansluiting ( hoofdstuk 6.8.3).
5.7.3
In de fabrieksinstelling regelt de regelaar de aanvoertemperatuur auto-
matisch afhankelijk van de buitentemperatuur. Voor nog meer comfort
kan een kamerthermostaat geïnstalleerd worden.
▶ Elektrische aansluiting ( hoofdstuk 6.8.4).
5.7.4
Schade aan de binnenunit door condensatie
De binnenunit met mengmodule is niet voor het koelbedrijf onder het
dauwpunt bedoeld.
▶ Gebruik de binnenunit alleen voor het koelbedrijf boven het dauw-
Voor gebruik van de cv-installatie in koelbedrijf is montage van een ka-
merthermostaat nodig om condensvorming te voorkomen.
Er zijn twee installatiemogelijkheden:
• Kamerthermostaat met geïntegreerde vochtsensor (CR10H of Modu-
• Kamerthermostaat (CR10 of ModuLine 1010) in combinatie met
6 720 809 156-23.1I
Voor het niet-condenserende koelbedrijf wordt gebruik van de kamer-
thermostaat (CR10H of ModuLine 1010H) geadviseerd.
De installatie van een kamerthermostaat met geïntegreerde vochtsensor
vergroot de betrouwbaarheid van de koelmodus, omdat de aanvoertem-
peratuur in dit geval automatisch via de bedieningsunit overeenkomstig
het actuele dauwpunt wordt geregeld.
▶ Kamerthermostaat met geïntegreerde vochtsensor installeren
▶ Elektrische aansluiting ( hoofdstuk 6.8.4).
Accessoires
Monteren aanvoertemperatuursensor
2
) van de juiste lengte worden verlengd
CV-circuitmodule installeren
overeenkomstig de gekozen installatie-oplossing installeren.
rende afzonderlijke Installatie- en gebruikersinstructies aanhouden.
Kamerthermostaat ModuLine 1010H
Monteren accessoires koelbedrijf
OPMERKING
punt.
Line 1010H).
vochtsensor in de cv-installatie.
( instructies van de kamerthermostaat (ModuLine 1010H) aan-
houden).
Installatie
17