Als verlengkabel buiten het toestel is een LIYCY-kabel (TP)
2
2 x 2 x 1,5 mm
(of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor
het buitengebruik toegelaten twisted-pair-kabels met een minimale
2
doorsnede van 0,75 mm
worden gebruikt. De afscherming aan slechts
één zijde (binnenunit) en aan de behuizing aarden.
De maximaal toegestane kabellengte is 30 m.
De verbinding gebeurt via vier aders, waarmee ook de 12-V-toevoer aan-
gesloten wordt. Op de modules zijn de 12 V- en de CAN-BUS-aansluitin-
gen gemarkeerd.
De omschakelaar "Term" duidt begin en einde van CAN-BUS-circuits
aan. Zorg ervoor, dat de juiste module afgesloten is en dat alle andere
modules niet afgesloten zijn.
Afb. 27 CAN-BUS-afsluiting
On
CAN-BUS afgesloten
Off
CAN-BUS niet afgesloten
6.5
Montage temperatuursensor
In de fabrieksinstelling regelt de regelaar de aanvoertemperatuur auto-
matisch afhankelijk van de buitentemperatuur. Voor nog meer comfort
kan een kamerthermostaat geïnstalleerd worden.
6.6
Buitentemperatuursensor aansluiten
Gebruik een afgeschermde kabel, wanneer de lengte van de kabel van de
temperatuursensor buiten meer dan 15 m is. De afgeschermde kabel
moet in de binnenunit worden geaard. De maximale lengte van afge-
schermde kabels bedraagt 50 m.
Een buiten geïnstalleerde temperatuursensorkabel moet minimaal aan
de volgende eisen voldoen:
2
• Kabeldiameter: 0,5 mm
• Weerstand: max. 50 Ohm/km
• Aantal aders: 2
• Maximale lengte: 50 m
▶ Buitentemperatuursensor op klem T1 aansluiten
( hoofdstuk 12.2).
Compress Hybrid 3000i AW – 6721835856 (2021/05)
6.7
6.7.1
De externe bijverwarming kan op twee manieren worden aangesloten:
Vermogensregeling via 0-10 V uitgang:
▶ Externe bijverwarming op installatiemodule op klem EM0 0-10 V
Bij vele warmtebronnen moet een extra module (bijvoorbeeld MU100,
accessoire) worden geïnstalleerd, om een 0-10 V ingang beschikbaar te
stellen.
– of –
Aan/uit-regeling (potentiaalvrije uitgang):
▶ Stuurkabel van het type H05V2V2 F, 2x0,75 mm
▶ Gestripte uiteinden van de kabel op de aansluitklem van de relaisbox
▶ Kabel [4] via de trekontlasting [3] borgen.
6 720 809 156-24.1I
Afb. 28 Aansluitklem op de relaisbox
[1]
[2]
[3]
[4]
Het mengventiel opent niet direct na het activeren van de externe bijver-
warming. Voor het openen van het mengventiel kan een vertragingstijd
op de bedieningsunit worden ingesteld ( hoofdstuk 8.5.2).
Voor hybride toepassingen de vertragingstijd altijd op 0 min instellen.
Externe bijverwarming (ketel)
Aansturing van de externe bijverwarming aansluiten (bij-
voorbeeld cv-toestel)
aansluiten ( hoofdstuk 12.2, pagina 38 [29]).
bijverwarming door een vrije kabeldoorvoer in de bodemplaat
( afb. 25) naar aansluitklem [2] installeren.
aansluiten en klem vergrendelen ( afb. 28 [2], [1] en
hoofdstuk 12.2, pagina 38).
Bij warmtevraag van de externe bijverwarming maakt de relaisbox
tussen de contacten van de aansluitklem een potentiaalvrije verbin-
ding.
Relais-box
Aansluitklem stuurkabel externe bijverwarming (potentiaalvrij)
Trekontlasting
Stuurkabel externe bijverwarming
Elektrische aansluiting
2
[4] van externe
1
2
3
4
0010035171-002
21