Programmeerfuncties
Documenteer elke aanpassing van de standaardinstellingen. Dit kan handig
zijn bij een eventueel bezoek van een technicus van Miele.
Noteer de verandering in het daarvoor bestemde vakje.
Algemene aanwijzingen:
– Niet gedefinieerde posities worden als een liggend streepje ( - ) in het display
weergegeven.
– Als de programmaschakelaar op f staat, kunt u het programmeerniveau op-
vragen.
Het niveau wordt telkens als volgt weergegeven: E...
– Bij gevalideerde processen moeten veranderingen in het programma c.q. de
dosering worden gedocumenteerd (overeenkomstig de voorschriften). De pro-
cessen moeten eventueel opnieuw worden gevalideerd.
Voor alle programmeerfuncties geldt:
Programmeermodus activeren
^ Zet de programmaschakelaar op f.
^ Schakel de automaat uit.
^ Druk de toetsen ß en 6 in, houd
deze ingedrukt en schakel tegelijk
de automaat in met de Aan/Uit-toets
I-0.
Waarden opslaan en programmeermodus afsluiten
^ Druk op de toets 6.
^ Druk nogmaals op de toets 6.
Programmeermodus zonder opslaan afsluiten
^ Schakel de automaat uit met de
toets I-0.
40
In het display verschijnt de actuele
programmaversie P... Het controlelampje
p / 6 brandt.
In het display verschijnt SP.
De wijziging wordt opgeslagen.
De wijziging wordt niet opgeslagen.