Voorbereiding
[Output]
Hiermee wordt ingesteld hoe het toestel op een televisie, enz.,
aangesloten moet worden.
[Video uit]:
Stel in om in elk land het systeem van de kleuren-TV overeen te
doen komen.
[NTSC]:
Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]:
Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
•
Dit zal werken als de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-minikabel
(optioneel) aangesloten zijn.
[TV-aspect]:
De verschillende TV-typen instellen.
[16:9]:
Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[4:3]:
Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
•
Dit zal werken als de AV-kabel (optioneel) aangesloten is.
[HDMI-functie]:
De HDMI-outputindeling instellen wanneer u beelden afspeelt op
een HDMI-compatibele high definition TV die met behulp van een
HDMI-minikabel (optioneel) met dit toestel verbonden is.
[AUTO]:
De outputresolutie wordt automatisch ingesteld op basis van de
informatie die wordt verkregen van de aangesloten TV.
[1080i]:
Voor de output wordt gebruikgemaakt van de interlacemethode
met 1080 beschikbare scanlijnen.
[720p]:
De progressieve methode met 720 beschikbare scanlijnen
wordt gebruikt voor output.
¢1
¢ 2
[576p]
/[480p]
De progressieve methode met 576
scanlijnen wordt voor de output gebruikt.
¢1 Wanneer [Video uit] ingesteld is op [PAL]
¢2 Wanneer [Video uit] op [NTSC] gezet is
•
Dit werkt wanneer de HDMI-minikabel (optioneel) is aangesloten.
•
Als de beelden in [AUTO] niet naar de TV worden uitgevoerd, pas ze
dan aan aan het beeldformaat dat op uw TV kan worden
weergegeven en selecteer het aantal effectieve scanlijnen. (Lees de
gebruiksaanwijzing van de TV.)
:
¢1
52
/480
¢2
beschikbare