Noodoproepen
De internationale telefoonnummers voor noodgevallen, zoals 112 of 911, worden door uw
telefoon ondersteund. U kunt deze nummers in geval van nood in elk land gebruiken, met
of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk bevindt.
In bepaalde landen kunnen ook andere alarmnummers worden aangeboden. Uw
netwerkexploitant heeft daarom mogelijk extra lokale alarmnummers op de SIM-kaart
opgeslagen.
Een noodoproep starten
1
Druk op
.
2
Als u het telefoontoetsenblok wilt weergeven (als dit nog niet wordt weergegeven),
tikt u op
.
3
Kies het lokale alarmnummer of zoek het op de SIM-kaart op.
4
Tik op
.
Snelkiezen
Met Snelkiezen kunt u de nummers van de contacten die u het meest belt, sneller kiezen.
U kunt snelkiesnummers opslaan op de posities 2 tot en met 99 (positie 1 is voorbehouden
aan uw voicemail). Als u bijvoorbeeld het contact wilt bellen dat u op positie 3 hebt
opgeslagen, hoeft u alleen de cijfertoets 3 op het toetsenblok van de telefoon ingedrukt te
houden. Als u een contact wilt bellen dat op een positie tussen 10 en 99 is opgeslagen,
tikt u op de eerste cijfertoets en houdt u de tweede ingedrukt. U kunt alleen vermeldingen
voor Snelkiezen maken voor contacten die voorkomen in Contacten.
Een snelkiesnummer maken
1
Druk op
.
2
Tik op
.
3
Houd het contact aangetikt dat u aan de snelkiestoets wilt toewijzen.
4
Tik op Add to Favorites....
5
Selecteer het telefoonnummer dat u aan de snelkiestoets wilt toewijzen.
6
Selecteer een beschikbare positie. Deze wordt als snelkiesnummer voor dit contact
gebruikt.
Netwerken
U kunt bekijken welke mobiele telefoonnetwerk beschikbaar zijn en deze ordenen in de
volgorde waarin u wilt dat ze door uw telefoon worden benaderd. Als het netwerk waaraan
u uw voorkeur geeft bijvoorbeeld niet beschikbaar is, zal de telefoon het tweede netwerk
in de lijst proberen te benaderen.
Netwerkdekking
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
Roaming
Wanneer u de telefoon inschakelt, wordt automatisch het thuisnetwerk geselecteerd als u
zich binnen het bereik daarvan bevindt. Als u zich niet binnen het bereik daarvan bevindt,
kunt u een ander netwerk gebruiken dat door de operator wordt geaccepteerd. Dit wordt
roaming genoemd.
Netwerkinstellingen
U kunt instellen hoe de telefoon een beschikbaar netwerk moet kiezen wanneer u zich
buiten het gebied met dekking van uw eigen operator bevindt.
De netwerkinstellingen opgeven
1
Druk op
en tik op Menu > Options.
2
Tik op het tabblad Network en geef de instellingen op.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
29