Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Machine Instellingen; Instellingen Toets; Draadspanning - Singer C440 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Naaien voorbereiden

MACHINE INSTELLINGEN

Instellingen toets (A)
Voor en tijdens het naaien kunt u de instellingen aanpassen
door op de instellingen toets te drukken. Het instellingen menu
zal verschijnen. Scrol door dit scherm met de pijlen aan de
zijkant. Door nog een keer op de instellingen toets te drukken
gaat u terug naar het vorige scherm.
LET OP: Alle instellingen, behalve draadspanning, blijven
behouden totdat u ze verandert. Draadspanning gaat terug
naar de vooringestelde waarde wanneer u een patroon
verandert. Standaardinstellingen verschillen afhankelijk van de
gekozen steek.
Draadspanning (B)
Voor het beste steekresultaat en duurzaamheid zorg er voor
dat de draden gelijkmatig verknopen tussen de twee lagen
stof. De machine stelt automatisch de draadspanning in
als een steek wordt geselecteerd. Echter, u kunt altijd de
draadspanning als volgt wijzigen:
Om de draadspanning van de bovendraad te verhogen druk op
de + toets. Om de draadspanning te verlagen, druk op de – toets.
Als u een voorinstelling verandert, wordt het getal gemarkeerd.
U kunt in deze modus tijdens het naaien de draadspanning
wijzigen. Om terug te keren naar het vorige scherm, stop
met naaien en druk nog een keer op de instellingentoets.
Wanneer een ander steekpatroon wordt geselecteerd zal
de draadspanning weer naar de standaardwaarde worden
teruggezet.
Vooringestelde draadspanning
Boven- en onderdraad verknopen ongeveer in het midden van
de stof.
Bovendraadspanning te vast
Als de onderdraad zichtbaar is aan de bovenkant van de stof
is de draadspanning te hoog. Verlaag de draadspanning.
Bovendraadspanning te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de onderkant van de stof
is de draadspanning te los. Verhoog de draadspanning.
Draadspanning van decoratieve steken
De draadspanning moet bij decoratieve steken een beetje
lager staan dan bij een rechte steek. De bovendraad moet een
beetje zichtbaar zijn aan de onderkant van de stof, bijv. bij het
naaien van versieringen.
Nuttige tips
1.
Als u naaiwerk eruit ziet zoals in de afbeelding (steken aan
de bovenkant van de stof zijn goed maar aan de onderkant
zijn lussen zichtbaar), is waarschijnlijk de bovendraad niet
goed ingeregen. Zie pagina 19 voor de juiste manier van
inrijgen.
2.
Als na het controleren van de bovendraad en de spoel nog
steeds draad zichtbaar is aan de bovenkant, controleer
dan of de spoel juist geplaatst is. Zie pagina 18 voor
informatie over het juist plaatsen van de spoel.
B
15
A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C440q

Inhoudsopgave