Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Stuurprogramma Handmatig Laden; Meerdere Netwerkkaarten Installeren - 3Com 3C905CX Gebruikershandleiding

For complete pc management
Inhoudsopgave

Advertenties

Het stuurprogramma handmatig laden

U werkt als volgt handmatig een serverstuurprogramma bij:
1 Kopieer alle bestanden uit de subdirectory \NWSERVER op de EtherCD naar de vaste
schijf van de server.
2 Start de server opnieuw op en start het installatieprogramma.
3 Voeg de volgende regel aan het bestand AUTOEXEC.NCF toe (de opstartdirectory van
de server is hier C:\NWSERVER, waarnaar de LAN-stuurprogramma's en NLM-
bestanden zijn gekopieerd):
LOAD C:\NWSERVER\3C90X.LAN SLOT=<slotnummer>
De variabele <slotnummer> is het hexadecimale getal van het slot van de PCI-
netwerkkaart. Dit adres kan worden verkregen door de opdracht "load" op te geven
waarbij het stuurprogramma de slotnummers aangeeft. Druk op de Esc-toets als u het
laden van het stuurprogramma wilt afbreken. Het schema van Novell voor het
identificeren van PCI-slots laat niet toe dat 3Com van tevoren het slotnummer aangeeft.
Zie "Het nummer van het PCI-slot controleren" op pagina 36 voor het verkrijgen van dit
nummer.

Meerdere netwerkkaarten installeren

Om meerdere netwerkkaarten in een NetWare-server te kunnen ondersteunen, moeten
de volgende wijzigingen in het bestand AUTOEXEC.NCF worden aangebracht:
load C:\NWSERVER\3C90X.LAN slot=<slot1> NAME=<naam1>
FRAME=<frametype1>
bind ipx to <naam1> net=<net1>
load C:\NWSERVER\3C90X.LAN slot=<slot2> NAME=<naam2>
FRAME=<frametype2>
bind ipx to <naam2> net=<net2>
De waarden <slot1> en <slot2> zijn de nummers van de PCI-slots waarin de
netwerkkaarten zijn geplaatst. Met 3Com's configuratie- en diagnoseprogramma voor
DOS kunt u de nummers van deze PCI-slots weergeven. Zie "Het nummer van het PCI-slot
controleren" op pagina 36 voor instructies.
De waarden <naam1> en <naam2> zijn unieke namen die door de systeembeheerder aan
elke netwerkkaart zijn toegewezen. Deze waarden moeten verschillen.
Voor de frameparameters <frametype1> en <frametype2> kunnen de volgende waarden
worden opgegeven:
Ethernet_802.2
I
Ethernet_802.3
I
Ethernet_II
I
Ethernet_SNAP
I
Het frametype van de server moet hetzelfde zijn als dat van het werkstation. Als de server
bijvoorbeeld Ethernet_802.2 gebruikt, moet het werkstation ook Ethernet_802.2
gebruiken.
De waarden <net1> en <net2> zijn unieke nummers die door de systeembeheerder aan
elke netwerkkaart zijn toegewezen. Voer voor <net1> en <net2> verschillende getallen in.
Raadpleeg de betreffende handleidingen van Novell NetWare voor meer informatie.
Het serverstuurprogramma installeren
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave