Onderhoud
5.6 Regeling afstandsbediening
Verwijder bij uitgeschakelde motor de stekker die de afstandsbesturingskabel met de statorhendel verbindt. Zet de
hendel in de positie vooruit rijden. Zet de hefboom op de stuurbrug in de positie voorwaarts en controleer of de con-
nectoren (kabelhendel) overeenkomen. Herhaal de handeling voor de tegengestelde bewegingsrichting en verstel, als
er een abnormale toestand optreedt, de koppeling dienovereenkomstig. Controleer tenslotte of de neutrale positie van
de hendel op de stuurbrug overeenkomt met de neutrale positie van de statorhendel. Voer dezelfde controle uit op de
"flybridge", indien aanwezig. Deze handeling moet ook gecontroleerd worden na de eerste paar bedrijfsuren.
INSPECTIE VAN DE FLEXIBELE KOPPELING
Vervang de flexibele koppeling als, na een grondige inspectie, de rubberen delen ervan gescheurd blijken te zijn of
verontreinigd met smeerolie.
INSPECTIE ASLEIDINGEN
Bij het verversen van de olie door de vuldop en de olieaftapplug, kunnen de asleidingen worden gecontroleerd met
een endoscoop.
GEVAAR
Verwijder de contactsleutel, alvorens met de handeling verder te gaan.
OPMERKING:
Gebruik geen chemische verbindingen op rubberen delen. Zorg ervoor dat u de dichtheid van de schroeven en koppelingen bijstelt.
De externe regelmechanismen periodiek smeren overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant.
NL 3224.758.912a_2022-03
23