5.2 Inspectie oliepeil
De controle van het oliepeil moet twee minuten na het uitschakelen van de motor worden uitgevoerd. Het oliepeil moet
liggen tussen de bovenste en onderste markering op de peilstok, zoals getoond in de afbeelding.
Na de eerste bijvulling of na het uitvoeren van reparaties of de reiniging van oliefilters, moet de omgekeerde transmissie
twee minuten lang bediend worden. Controleer daarna het oliepeil opnieuw twee minuten nadat de motor is uitge-
schakeld.
5.3 Olieverversing
Verwijder de vuldop (3) en trek de oliepeilstok (1) eruit, zoals getoond in de afbeelding.
Tap de smeerolie af door de aftappluggen (2) te verwijderen en bewaar de desbetreffende dichtingen.
Voer de afvalolie af in overeenstemming met de toepasbare voorschriften voor de verwijdering van speciaal afval.
Schroef de pluggen (2) weer vast met een draaimoment van 50 Nm, vul daarna de olie bij door de vuldop (3) en schroef
de dop vast met een draaimoment van 80 Nm.
NL 3224.758.912a_2022-03
Fig. 1
2
Fig. 2
1
Fig. 3
Onderhoud
3
Fig. 4
21