Onderhoud
5.4 Controle aanzuigfilter
Het aanzuigfilter moet worden geïnspecteerd en gereinigd na de eerste 50 uur navigatie, en daarna om de 250 uur en/
of 6 maanden. Het filter bevindt zich stroomopwaarts vergeleken met de pomp.
Verwijderingsprocedure:
verwijder de dop (5), het filter (4) en de dichting (6), vervang de dichting door een nieuwe, en reinig daarna het filter.
De dop (5) moet worden vastgedraaid met een draaimoment van 100 Nm.
5.5 Vervanging oliefilter
Draai het patroon (7) tegen de klok in met behulp van een geschikt gereedschap totdat het volledig verwijderd is. Rei-
nig de bevestigingsbasis van het filter. Maak de dichting van het nieuwe patroon vochtig met olie en maak hem daarna
stevig vast met alleen uw handen.
Opslag
Als de transmissie voor een langere periode moet worden opgeborgen, dan moet deze volledig met olie gevuld worden
door middel van de oliepeilstok. Ververs de olie wanneer de transmissie in bedrijf wordt genomen.
22
7
Fig. 6
NL 3224.758.912a_2022-03