Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LA/LD
3 Doelmatig gebruik
3.1 Aanwijzing voor productaansprakelijkheid
Door het niet doelmatig gebruiken van het product kan het functioneren
en de voorziene bescherming geschaad worden. Dit heeft verlies van alle
aansprakelijkheid op vorderingen tot gevolg!
Let op dat in de volgende gevallen de aansprakelijkheid op de bediener/
gebruiker overgaat:
De doseerpomp wordt op een manier toegepast die niet overeenkomt
n
met het bedieningsvoorschrift, in het bijzonder de veiligheidsaanwij-
zingen, handelingsinstructies en het hoofdstuk "Doelmatig gebruik".
Het product wordt door personen gebruikt die niet voldoende voor de
n
desbetreffende taak gekwalificeerd zijn.
Er worden geen originele onderdelen of toebehoren van Lutz-Jesco
n
GmbH gebruikt.
Aan het apparaat worden ongeauthoriseerde veranderingen aange-
n
bracht.
De gebruiker zet andere doseervloeistoffen in als bij bestelling opge-
n
geven.
De gebruiker zet doseervloeistoffen in die niet met de fabrikant als
n
voorwaarde afgesproken zijn, zoals bijv. veranderde concentratie,
dichtheid, temperatuur, verontreinigingen enz.
3.2 Toepassingsdoel
De doseerpomp MAGDOS LA/LD is voor het volgende doel bestemd: Ver-
pompen en doseren van chemicaliën.
3.3 Revisiestand
Dit bedieningsvoorschrift geldt voor het volgende apparaat:
Apparaat
Bouwmaand/Bouwjaar Firmware
MAGDOS LA
vanaf 11/2016
MAGDOS LD
vanaf 11/2016
Tab. 5: Revisiestand
3.4 Principes
De doseerpomp wordt voor levering bij de fabrikant gecontroleerd en
n
onder vastgestelde toepassingen (bepaalde vloeistof met bepaalde
dichtheid en temperatuur, bepaalde capaciteitsdimensies enz.) beoor-
deeld. Omdat deze waarden op iedere toepassingsplaats verschillend
uitvallen, zal de vloeistofhoeveelheid van de doseerpomp in iedere in-
stallatie ter plaatse door uitliteren bepaald moeten worden. Benade-
ringswaarden welke capaciteit de doseerpomp geven kan, staan in
hoofdstuk 15 „Capaciteitstabel" op pagina 39.
De informatie over toepassings- en omgevingseisen (zie hoofdstuk
n
"Technische gegevens") moeten aangehouden worden.
Beperkingen betreffende viscositeit, temperatuur en dichtheid van de
n
doseervloeistof moeten worden gecontroleerd. De te doseren vloei-
stoffen mogen alleen verpompt worden als de temperatuur tussen
vriespunt en kookpunt van de betreffende vloeistof ligt.
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220706
De materialen van de doseerpomp en het vloeistofzijdige deel van de
n
installatie moeten bestendig zijn tegen het te verpompen doseermedi-
um. Daarbij dient erop gelet te worden dat de bestendigheid van deze
bouwdelen zich kan veranderen in afhankelijkheid van de medium-
temperatuur en bedrijfsdruk.
i
Informatie over de geschiktheid van materialen in combinatie
met verschillende doseervloeistoffen staat vermeld in de
bestendigheidslijst van Lutz-Jesco.
De informatie van deze bestendigheidslijst is gebaseerd op
opgave van de fabrikant van de materialen en op de door
Lutz-Jesco opgedane ervaring in omgang met de materialen.
Omdat de weerstand van de materialen van vele factoren
afhangt, kan deze lijst een eerste oriëntatiehulp zijn voor de
keuze van materialen. Controleer in alle gevallen de uitvoering
met de in de toepassing gebruikte chemicaliën onder
bedrijfscondities.
De doseerpomp is niet geschikt voor buitenopstellingen zolang er
n
geen passende beschermingsmaatregel getroffen is.
Binnendringen van vloeistof en stof in de behuizing evenals directe
n
zonnestraling moeten vermeden worden.
Doseerpompen zonder overeenkomstig typeschild en juiste EU-con-
n
formitaitsverklaring voor explosiegevaarlijke gebieden, mogen nooit
in explosiegevaarlijke omgeving toegepast worden.
3.5 Ontoelaatbare doseervloeistoffen
De doseerpomp mag niet gebruikt worden voor het doseren van de vol-
gende media en stoffen:
Gasvormige media
n
Radioactieve media
n
Vaste stoffen
n
Brandbare vloeistoffen
n
Alle andere media welke niet geschikt zijn om met deze doseerpomp
n
vanaf 01:59
verpompt te worden
vanaf 01:59
3.6 Voorspelbare foute toepassingen
Hierbij wordt informatie gegeven over toepassingen waarvoor de resp.
bijbehorende installatie niet bedoeld zijn. Dit hoofdstuk zal het mogelijk
maken om bedieningsfouten al in het beginstadium als zodanig te her-
kennen en te vermijden.
BA-10010-05-V07
Bedieningsvoorschrift
Doelmatig gebruik
Aanwijzing voor productaansprakelijkheid
9