Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LA/LD
12 Onderhoud
Doseerpompen zijn volgens de hoogste kwaliteitsmaatstaven gefabri-
ceerd en hebben een lange levensduur. Desondanks zijn er enige delen
aan slijtage onderhevig (bijv. membranen, ventielzittingen, ventielkogels).
Voor een lange gebruiksperiode is daarom een regelmatige visuele con-
trole aan te bevelen. Regelmatig onderhoud van de doseerpomp be-
schermd deze tegen bedrijfsonderbrekingen.
Levensgevaar door stroomschokken!
Onder spanning staande delen kunnen tot dodelijke verwondingen
leiden.
ð
Scheidt de doseerpomp van de netspanning alvorens te
beginnen met de onderhoud werkzaamheden.
ð
Voorkom dat de doseerpomp onvoorzien inschakelt.
WAARSCHUWING
Corrosie of verbranding door doseermedium!
Bij werkzaamheden aan de werkzaamheden, ventielen en
aansluitingen, kan er vloeistofcontact zijn.
ð
Draag afdoende persoonlijke beschermende uitrusting.
ð
Spoel de doseerpomp met een ongevaarlijke vloeistof (bijv.
water).
ð
Maak de vloeistofzijdige delen drukloos.
ð
Kijk nooit in een open einde van verstopte leidingen en
ventielen.
WAARSCHUWING
Gevaar van automatisch inschakelen!
De doseerpomp beschikt niet over een aan-/uit schakelaar en kan met
pompen beginnen zodra de voedingsspanning erop gezet wordt.
Na het aanbrengen van de voedingsspanning kunnen de in de
doseerkop achtergebleven resten van de vloeistof eruit spuiten.
ð
Sluit voor het aansluiten op de voedingsspanning eerst de
doseerleidingen aan.
ð
Controleer alle schroefverbindingen op correcte aansluitingen,
vastheid en afdichting.
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220706
GEVAAR
BA-10010-05-V07
Gevaar voor persoonlijke- en materiële schade!
De doseerpomp kan een veelvoud van de normaaldruk opleveren.
Bij een beschadiging of slijtage aan de doseerkop, aangesloten
leidingen of toegepaste afdichtingen kan dit tot lekkage van te
doseren vloeistof leiden.
ð
Voer onderhoud uit conform de aanbevolen onderhoudsinterval-
len.
12.1 Onderhoudsinterval
In deze tabel staat een overzicht van de te nemen onderhoud werkzaam-
heden en de bijbehorende intervallen. Aanwijzingen betreffende deze
werkzaamheden volgt in de volgende hoofdstukken.
Uit te voeren onderhoud
Leidingwerk op vastheid controle-
ren
Zuig- en persventiel op vastheid
controleren
Zuig- en persventiel reinigen
Elektrische aansluiting op
veiligheid controleren
Doseerkop-bouten aandraaien
Membranen op lekkage vanwege
membraanbreuk controleren
Geïnstalleerde toebehoren op juist
functioneren controleren
Doseerpomp op ongewone
bedrijfsgeluiden, temperatuur of
geur controleren
Tab. 26: Onderhoudsaanwijzing en - intervallen
Bedieningsvoorschrift
VOORZICHTIG
Frequentie
Regelmatig
Regelmatig
Regelmatig
Regelmatig
Regelmatig
n
Voor de eerste in gebruikna-
n
me
Na iedere uitwisseling van
n
het membraan
Regelmatig (zover geen
lekbewaking geïnstalleerd is)
Regelmatig
Regelmatig
Onderhoud
Onderhoudsinterval
33