7. Terwijl een tweede persoon het Bedie
ningspaneel (13) bij de Zwenkbeugel (71)
vasthoudt, sluit u de draden van het Bedie
ningspaneel aan op de Bovenste Draad (87) en
op de Draden van de Hartslagsensoren (61).
Stop het overmatige draad door de Zwenkbeu
gel (71). Steek het overmatig draad in het
Bedieningspaneel (13); de draden kunnen de
ventilator verstoren.
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (13) aan
de Beugel van de Zwenkbeugel (71) met
vier M4 x 16mm Schroeven (72); draai alle
Schroeven aan en draai ze vast. Tip: Het is
wellicht makkelijker als u de hoek van de
Zwenkbeugel afstelt door de Knop van het
Bedieningspaneel (77) te draaien.
8. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Houd de Voorste Zwenkkap (12) en de Achterste
Zwenkkap (15) samen rond de Zwenkbeugel (71).
Bevestig de Voorste en Achterste Zwenkkappen
(12, 15) aan de Zwenkbeugel (71) met twee
M4 x 22mm Schroeven (84).
7
13
61
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
72
8
15
Vermijd dat
de draden
bekneld raken
9
72
87
71
72
77
12
71
84
71